2.1 Patronen: welvaart en welzijn

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

2.1 Patronen: welvaart en welzijn

Instructie + zelfstandig werken

Aantekeningen maken

Maak aantekeningen van de instructie in je schrift/collegeblok

- titel: vak, hoofdstuk, paragraaf + datum

- klassikale vragen en antwoorden

- begrippen

- definities

- bronnen

Lees 2.1 patronen: welvaart en welzijn

5 minuten in stilte

schrijf in je schrift: 5 belangrijkste woorden uit de paragraaf

Welvaart en welzijn

Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

Hoe hebben welzijn en welvaart invloed op elkaar?

Welvaart

Mate waarin men in staat is de primaire levensbehoeften (zoals kleding, eten, onderdak) te houden

Welzijn

Mate van materiële en immateriële tevredenheid 

Welvaart meten

Op welke manieren meet je welvaart?

Welvaart meten

Op welke manieren meet je welvaart?

1. Bruto binnenlands product per hoofd (bbp/hoofd)

2. samenstelling van de beroepsbevolking (landbouw-, industrie-, dienstensector)

Samenstelling van de beroepsbevolking

Landbouw, industrie, dienstensector

Maak een hoe-hoe zin over de relatie tussen welvaart en de samenstelling van de beroepsbevolking

Bbp/hoofd: voor- en nadelen

Wat is bbp/hoofd?

Wat zijn nadelen van het gebruik van bbp/hoofd?

 

bbp/hoofd

De totale waarde van alle goederen en diensten die in één jaar geproduceerd worden door alle inwoners en bedrijven in een land, gedeeld door het aantal inwoners

Nadelen bbp/hoofd

• koopkracht is overal verschillend (bron 7)
• informele sector telt niet mee
• het is een gemiddelde (bron 6)
• laat geen regionale verschillen zien (bron 6)

Sociale ongelijkheid

Maken: 2.1 opdracht 1 en 2

5 minuten

Zelfstandig 

Vorige les:

• Welvaart en welzijn: verschillend maar toch verbonden
• Welvaart en de beroepsbevolking
• Welvaart en bbp/hoofd
• Sociale ongelijkheid

Regionale ongelijkheid

Hoe kan je regionale ongelijkheid laten zien? (bron 9)

Regionale ongelijkheid

Grote verschillen in welvaart en ontwikkeling tussen gebieden

Bruto Regionaal Product/hoofd (brp)

Gemiddeld inkomen van een inwoner van een regio

Opdracht

• Pak per tweetal een atlas
• Zoek een kaart waar je bron 9 mee kan vergelijken
• Maak de opdrachten op je blaadje
  
• Je krijgt 15 minuten

Zoek een ander tweetal

Vertel aan elkaar welke antwoorden je hebt gevonden

5 minuten per tweetal

Over 10 minuten: terug naar je eigen plek

Wie heeft een verband gevonden?

Maken: 2.1 opdracht 3,4

Volgende les:

• Hoe meet je welzijn?
• Wat is levensverwachting?

2.1 Patronen: welvaart en welzijn

Hoe meet je welzijn?

Levensverwachting

Vorige les:

Regionale ongelijkheid

Hoe meet je welzijn?

Hoe meet je welzijn?

- inkomen

- analfabetisme

- levensverwachting

zijn indicatoren

Analfabetisme

Niet kunnen lezen en schrijven

Levensverwachting

Het verwachte, gemiddeld aantal levensjaren vanaf de geboorte

Een aantal vragen via LessonUp

- Log in met eigen naam

- Mobiel tussen vragen op tafel

- Na de vragen weer in de tas/broekzak

Wat is de levensverwachting van een vrouw die nu in Nederland geboren wordt?

Levensverwachting Nederlandse vrouw: 83 jaar 

Wat is de levensverwachting van een man die nu in Nederland geboren wordt?

Levensverwachting Nederlandse man: 79,7 jaar 

Waarom leven vrouwen (gemiddeld) langer dan mannen?

www.boredpanda.com

Waarom leven vrouwen (gemiddeld) langer dan mannen?

Meer risicovol gedrag

Gevaarlijker werk

Wat is de levensverwachting van iemand die in Azië geboren wordt?

Levensverwachting Azië: 72 jaar 

Is dit hoger of lager dan je had verwacht?

Welk land heeft de laagste levensverwachting?

www.indexmundi.com

Waar wordt levensverwachting door beïnvloed?

Waar wordt levensverwachting door beïnvloed?

Kindersterfte

Wat is de meest voorkomende doodsoorzaak in minder ontwikkelde landen?

Doodsoorzaken in minder ontwikkelde landen

Kindersterfte door:

- gebrek aan hygiëne

- slechte zorg

In rijke landen:

- sterven mensen vaker door kanker, hart en vaatziekten en ouderdom

- vergrijzing zorgt voor verandering in doodsoorzaak

Maken opdracht 5,6

Huiswerk morgen: 2.2 opdracht 1