V2 herhaling stijlfiguren

Herhaling stijlfiguren
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling stijlfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Stijlfiguren:
Je weet dat schrijvers stijlfiguren gebruiken om hun tekst bijzonder te maken en kunt deze stijlfiguren ook benoemen.


Slide 2 - Tekstslide



Stijlfiguren
Verschillende soorten stijlfiguren:
  • Herhaling
  • Opsomming
  • Opsomming in drieën
  • Drieslag
  • Tegenstelling
  • Overdrijving
  • Climax
  • Anticlimax
  • Understatement

Slide 3 - Tekstslide

Stijlfiguren -  
  1. repetitio = herhaling
  2. enumeratio = opsomming
  3. opsomming in drieën
  4. drieslag = vaste combinatie in drieën
  5. climax = steeds sterker wordende opsomming
  6. omgekeerde climax = steeds zwakker wordende opsomming
  7. antithese = tegenstelling
  8. understatement = afzwakking
  9. hyperbool = overdrijving

Slide 4 - Tekstslide

Stijlfiguur?
A
Opsomming
B
hyperbool
C
tegenstelling
D
understatement

Slide 5 - Quizvraag

Herhaling, tegenstelling of opsomming?
'Drommels, drommels en nog eens drommels!'
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming

Slide 6 - Quizvraag

Herhaling, tegenstelling of opsomming?
'In de stille kamer was er erg veel herrie in haar hoofd.'
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming

Slide 7 - Quizvraag


'Hij voelde zich goed. Nee, hij voelde zich geweldig, fantastisch zelfs!'
A
herhaling
B
tegenstelling
C
climax
D
opsomming

Slide 8 - Quizvraag

'Het regent, maar toch word ik niet nat.'
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming
D
repetitio

Slide 9 - Quizvraag

'Dat is leuk gedaan, heel leuk.'
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming
D
hyperbool

Slide 10 - Quizvraag

Noteer de woorden die samen een stijlfiguur vormen:
Het is altijd een uitdaging om een balans te vinden tussen werk, hobby en gezin.

Slide 11 - Open vraag

Noteer de woorden die samen een stijlfiguur vormen:
De villa van die acteur, met een sauna en twee zwembaden, is wel een aardig optrekje.

Slide 12 - Open vraag

Noteer de woorden die samen een stijlfiguur vormen:

Ik zou een moord doen voor een ijsje in deze hitte.

Slide 13 - Open vraag

Noteer de woorden die samen een stijlfiguur vormen.

Een echte vriend is er altijd voor je, in goede én slechte tijden.

Slide 14 - Open vraag

understatement
opsomming in drieën
antithese
enumeratio
hyperbool
climax
drieslag
De villa van die acteur, met een sauna en twee zwembaden, is wel een aardig optrekje.
Het is altijd een uitdaging om een balans te vinden tussen werk, hobby en gezin.
Een echte vriend is er altijd voor je, in goede én slechte tijden.
In de zomer gaan we in de Ardennen kanoën, tokkelen, rotsklimmen en mountainbiken.
Ik zou een moord doen voor een ijsje in deze hitte.
De soldaat, de korporaal, de sergeant, de majoor en zelfs de generaal kwamen in opstand.
Het heeft ons bloed, zweet en tranen gekost, maar het buurthuis is eindelijk klaar.

Slide 15 - Sleepvraag

We zijn gisteren niet gaan tennissen want de regen viel bij bakken uit de hemel
A
Ellips
B
Prolepsis
C
Hyperbool
D
Enumeratie

Slide 16 - Quizvraag

Jongens, ik ga even naar de bakker want ik verga van de honger
A
Ellips
B
Prolepsis
C
Hyperbool
D
Enumeratie

Slide 17 - Quizvraag

Op tv, in de krant, op internet, overal kom je die afbeelding tegen.
A
Ellips
B
Prolepsis
C
Hyperbool
D
Enumeratie

Slide 18 - Quizvraag

Ik houd van het proza, dat op mij toedruist, op mij aanraast, op mij neerdondert in een stormende stortvloed van passie.
Ik houd van het proza, dat onbewegelijk en ontzaglijk is als bergruggen.
Ik houd van het proza, dat dartelt en jubelt als een waaiend zomerwoud vol vogels.
Ik houd van het proza, dat ik daar zie staan met zijn volzinnen, als een stad van marmer.
Ik houd van het proza, dat over mij daalt als een gouden sneeuw van woorden.
A
Repetitio
B
Paralellisme
C
Antithese
D
Ellips

Slide 19 - Quizvraag

Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje
A
Antithese
B
Enumeratie
C
Hyperbool
D
Repetitio

Slide 20 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?

Ik ben dom, lomp en famous!
A
repetitio
B
enumeratie
C
hyperbool
D
climax

Slide 21 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?

We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan!
A
antithese
B
repetitio
C
enumeratie
D
drieslag

Slide 22 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?

We kunnen hier niet blijven, we kunnen hier niet langer blijven staan!
A
enumeratie
B
repetitio
C
climax
D
anticlimax

Slide 23 - Quizvraag

Het duurt echt nog een jaar totdat we eindelijk weer vakantie hebben!
A
understatement
B
hyperbool
C
climax
D
antithese

Slide 24 - Quizvraag

Het verliefde stel deelt lief en leed.
A
antithese
B
hyperbool
C
understatement
D
climax

Slide 25 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?

Ik erger me dood aan hem.
A
overdrijving
B
tegenstelling
C
opsomming
D
understatement

Slide 26 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een overdrijving is.

Ik erger me dood aan hem.

Slide 27 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?

We hadden ruzie, maar nu weer vrede.
A
enumeratie
B
hyperbool
C
antithese
D
understatement

Slide 28 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een tegenstelling is.

We hadden ruzie, maar nu weer vrede.

Slide 29 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?

Een 10 voor je werkstuk? Best aardig gedaan.
A
understatement
B
anithese
C
hyperbool
D
repetitio

Slide 30 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een understatement is.

Een 10 voor je werkstuk? Best aardig gedaan.

Slide 31 - Open vraag

Deze voorstelling is voor jong en oud.
A
hyperbool
B
understatement
C
antithese
D
enumeratie

Slide 32 - Quizvraag

Altijd maar werken, werken, werken. Iedereen is altijd maar druk, druk, druk.
A
antithese
B
hyperbool
C
herhaling
D
opsomming

Slide 33 - Quizvraag

Hij riep, schreeuwde, brulde het uit van de pijn.
A
anticlimax
B
hyperbool
C
understatement
D
climax

Slide 34 - Quizvraag

Welk stijlfiguur zie je in dit gedicht?
In de ochtend, als de zon opkomt,
Zie ik de wereld ontwaken,
Met vogels, bloemen en bomen,
Een nieuwe dag begint te maken.
A
enumeratio
B
drieslag
C
opsomming in drieën
D
climax

Slide 35 - Quizvraag

Wat heb je nog nodig om volgende week de toets te kunnen maken?
Ik wil extra uitleg over stijlfiguren
Ik wil extra uitleg over beeldspraak
Ik wil over beide onderwerpen extra uitleg
Ik wil meer oefenen met beeldspraak en stijlfiguren
Niets, ik ben al super goed voorbereid!

Slide 36 - Poll