Aan het eind van deze opdracht kun je:
1. twee kenmerken noemen van een zakelijke brief.
2. uitleggen wat je in de inleiding, middenstuk en slot schrijft.
3. aangeven uit welke onderdelen een zakelijke brief bestaat.
4. het verschil aangeven tussen formeel en informeel taalgebruik.
5. een voorbeeld geven van het gebruik van spreektaal en van schrijftaal.