De zwaartekracht is de kracht waarmee alle dingen met massa elkaar aantrekken
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Zwaartekracht
De zwaartekracht is de kracht waarmee alle dingen met massa elkaar aantrekken
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
zwaartekracht
(gewicht)
Fz=m⋅g
Fz = zwaartekracht
m = massa
g= 9,8 N/kg
Slide 4 - Tekstslide
zwaartekracht
(gewicht)
Fz=m⋅g
Fz = zwaartekracht
m = massa
g= 10 N/kg
Slide 5 - Tekstslide
wat is het symbool van zwaartekracht?
A
m
B
N
C
Fz
D
kg
Slide 6 - Quizvraag
wat is de eenheid van zwaartekracht?
A
m
B
N
C
Fz
D
kg
Slide 7 - Quizvraag
Welke waarde heeft "g"
Slide 8 - Open vraag
Hoeveel N is de zwaartekracht op een voorwerp met een massa van 5,0 kg
Slide 9 - Open vraag
Hoeveel N is de zwaartekracht op een voorwerp met een voorwerp van 200 g
Slide 10 - Open vraag
In deze uitwerking zitten 2 fouten. Welke zijn het?
Slide 11 - Open vraag
Een kist heeft een massa van 50 kg. Bereken het gewicht van deze kist.
Slide 12 - Tekstslide
Een koffiebeker heeft een massa van 85 gram. Bereken de zwaartekracht op deze beker
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de formule waarmee je zwaartekracht kunt berekenen?
Slide 14 - Open vraag
Zwaartekracht is hetzelfde als gewicht
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
als de massa 20 kg is dan is het gewicht:
A
20 kg
B
20 N
C
200 kg
D
200 N
Slide 16 - Quizvraag
Wat is er vergeten in deze uitwerking?
m = 20 kg g = 10 N/kg Fz = m x g = 200 N
A
omrekenen
B
de formule
C
de berekening
D
de eenheid
Slide 17 - Quizvraag
aangrijpingspunt spierkracht
aangrijpingspunt zwaartekracht (gewicht)
aangrijpingspunt wrijvingskracht
Slide 18 - Sleepvraag
Zwaartekracht
Veerkracht
Spankracht
Slide 19 - Sleepvraag
Wie is de uitvinder van de zwaartekracht?
A
Isaac Newton
B
Pythagoras
C
Albert Einstein
D
Leonhard Euler
Slide 20 - Quizvraag
Zwaartekracht:
Zwaartekrachtconstante:
Voorbeeld gevolg van kracht:
Vector:
Zwaartepunt:
m x g
9,8
Verandering van snelheid
Het punt waarop het voorwerp balanceert.
Een pijl die de richting en de grootte van een kracht weergeven
Slide 21 - Sleepvraag
Wat voor kracht is F1?
A
zwaartekracht
B
normaal kracht
Slide 22 - Quizvraag
Wat voor kracht is F2?
A
zwaartekracht
B
normaal kracht
Slide 23 - Quizvraag
Een van deze 2 krachten heeft het verkeerde aangrijpingspunt. Welke is het, en waar had het wel getekend moeten worden?
Slide 24 - Open vraag
Wat gebeurd er moet de normaalkracht als de zwaartekracht 3x groter wordt?
Slide 25 - Open vraag
Aangrijpingspunt
Grootte van de kracht
richting
Slide 26 - Sleepvraag
Sleep de onderdelen van de hefboom naar de beste plek.
Draaipunt
Lastarm
Werkarm
Werkkracht
Lastkracht
Slide 27 - Sleepvraag
Breng de hefboom in evenwicht
Slide 28 - Sleepvraag
Bereken voor elke hefboom in de tabel hieronder of er evenwicht is.
Wel in evenwicht
Niet in evenwicht
A
B
C
Slide 29 - Sleepvraag
Als ergens een kracht op werkt kan dit 3 gevolgen hebben. Noem ze alle 3.
Slide 30 - Open vraag
Wat is er vergeten in deze uitwerking?
m = 15 kg g = 10 N/kg Fz = 15 x 10 = 150 N
A
omrekenen
B
de formule
C
de berekening
D
de eenheid
Slide 31 - Quizvraag
Wat is er vergeten in deze uitwerking?
m = 20 g g = 10 N/kg Fz = m x g = 20 x 10 = 200 N
A
omrekenen
B
de formule
C
de berekening
D
de eenheid
Slide 32 - Quizvraag
Wat is er vergeten in deze uitwerking?
m = 15 g = 0,015 kg g = 10 N/kg Fz = m x g = 0,015 x 10 = 0,15
A
omrekenen
B
de formule
C
de berekening
D
de eenheid
Slide 33 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen massa en gewicht?
Slide 34 - Open vraag
Met welke kracht trekt de Aarde aan een massa van 1 kg?
Slide 35 - Open vraag
Met welke kracht trekt de Aarde aan een massa van 1 kg?
Slide 36 - Open vraag
Waar zit het aangrijpingspunt van de zwaartekracht en wat is de richting van de zwaartekracht.
A
aangrijpingspunt is in het midden, de richting omlaag
B
aangrijpingspunt is in het midden, de richting omhoog
C
aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omlaag
D
aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omhoog
Slide 37 - Quizvraag
Hoe groot is de zwaartekracht op een olifant van 4600 kg?
Slide 38 - Open vraag
Hoe groot is de zwaartekracht op een boek van 200 gram?
Slide 39 - Open vraag
Omdat de maan 6 veel kleiner is dan de Aarde heeft de maan een zwaartekracht constante van maar 1,63N/kg. De astronaut heeft een massa van 75 kg. Bereken de zwaartekracht op deze astronaut
Slide 40 - Open vraag
Bereken de zwaartekracht van een kist van 5 kg.
Slide 41 - Open vraag
Motorkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht
Slide 42 - Sleepvraag
Zwaartekracht
windkracht
Veerkracht
Stoomkracht
Spierkracht
Magnetische kracht
Slide 43 - Sleepvraag
Bereken de zwaartekracht van een kist van 6,2 kg.
Slide 44 - Open vraag
Wat is de nettokracht?
A
25N
B
225N
C
1,25N
D
12500N
Slide 45 - Quizvraag
Waar of niet waar? Sleep het juiste antwoord naar de stelling.
Als de nettokracht naar voren is gericht, versnel je.
Als de nettokracht naar achteren is gericht, ga je achteruit.
Als de nettokracht gelijk is aan nul, verandert de snelheid niet.
Als je stil staat, is de nettokracht gelijk aan nul.
Waar
Waar
Waar
Waar
Niet waar
Niet waar
Niet waar
Niet waar
Slide 46 - Sleepvraag
Een fietser gaat een heuvel af. Welke kracht hoort bij welke pijl?
1.
2.
3.
4.
5.
Zwaartekracht
Rolwrijving
Luchtwrijving
Nettokracht
Trapkracht
Slide 47 - Sleepvraag
De nettokracht is
A
60 N
B
140 N
C
100 N
D
40 N
Slide 48 - Quizvraag
Nu je dit weet, wat kan je dan zeggen over de nettokracht bij elke beweging.
De nettokracht is gelijk aan 0 N
De nettokracht is groter dan 0 N
De nettokracht is kleiner dan 0 N
Slide 49 - Sleepvraag
Wat is de nettokracht?
A
186N
B
8360N
C
1,45N
D
34N
Slide 50 - Quizvraag
De maan heeft een zwaartekracht constante van 1,63N. Op een astronaut werkt op de maan een kracht van 130 N. Wat is de zwaartekracht die op aarde op hem werkt?