H1: §1 Wereld: landschappen in soorten en maten

H1: landschappen
§1 Wereld: Landschappen in soorten en maten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1: landschappen
§1 Wereld: Landschappen in soorten en maten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent het verschil tussen een natuurlandschap en een ingericht landschap.
  2. Je kent het verschil tussen een oud gebergte en een jong gebergte.
  3. Je begrijpt hoe een hoog gebergte en laagvlakte ontstaan. 
  4. Je kunt met de atlas bepalen of een gebied een gebergte of laagvlakte is. 

Slide 2 - Tekstslide

Landschap 
We hebben 2 soorten landschappen: 
  1. Een ingericht landschap
  2. Een natuurlandschap

Wat is het verschil? 

Slide 3 - Tekstslide

1. Ingericht landschap
Een ingericht landschap is een landschap dat door de mensen is ingericht met huizen, wegen, sloten enzovoorts.

In Nederland hebben we alleen maar ingerichte landschappen.  Overal vind je invloeden van de mens terug. 

Slide 4 - Tekstslide

2. Natuurlandschap
Een natuurlandschap is een landschap waar je niets merkt van de mensen en het is bijna niet ingericht. 

Weet jij een voorbeeld van een natuurlandschap? 

Slide 5 - Tekstslide

Was dit een natuurlandschap of ingericht landschap?
A
Een natuurlandschap
B
Een ingericht landschap

Slide 6 - Quizvraag

Is dit een natuurlandschap of een ingericht landschap?
A
Een natuurlandschap
B
Een ingericht landschap

Slide 7 - Quizvraag

Is dit een natuurlandschap of een ingericht landschap?
A
Een natuurlandschap
B
Een ingericht landschap

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een natuurlandschap en een ingericht landschap?

Slide 9 - Open vraag

Het ontstaan van bergen
Bergen ontstaan als 2 platen met elkaar botsen. 

Aantekening 1

Slide 10 - Tekstslide

Reliëf
Reliëf = hoogteverschillen in het landschap. 
We hebben een hooggebergte, middelgebergte, heuvelland en laagland. 

Maak de tekening op het bord na!
Aantekening 2

Slide 11 - Tekstslide

Jong vs oud
Jong gebergte: steile hellingen, spitse toppen, diepe dalen, veel rotsen, geen groen

Oud gebergte: flauwe hellingen, afgeronde toppen, bomen


Aantekening 3
Hoe zou dit verschil zijn ontstaan? 

Slide 12 - Tekstslide

Is dit een jong gebergte of een oud gebergte?
A
Een jong gebergte
B
Een oud gebergte

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een jong gebergte en een oud gebergte?

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag!
Wat? §1.1. lezen en maken opdracht
                                                                 1 t/m 5
Hoe? Alleen
Hulpmiddelen? boek en de atlas.
Vragen? Steek je vinger op en probeer alvast de volgende vraag te beantwoorden.
Klaar? Maak Box 1a, digitaal
Deze staat bij EXTRA OPDRACHTEN

Slide 15 - Tekstslide

Vertel! Wat heb jij onthouden van deze les?

Slide 16 - Open vraag

Hooggebergte
Een gebergte boven de 1500 meter. Bijvoorbeeld de Himalaya, Alpen of Rocky Mountains.

Een hooggebergte heeft diepe dalen, spitse toppen en steile hellingen. We noemen het daarom ook wel een jong gebergte. 

Slide 17 - Tekstslide

Middelgebergte
Een middelgebergte is een gebergte tussen de 500 en 1500 meter. 

Een voorbeeld van een middelgebergte zijn de Schotse Hooglanden. Deze bergen bestaan al heel lang. Ze hebben daardoor afgeronde toppen en flauwe hellingen. We noemen dit ook wel een oud gebergte. 

Soms vind je in het middel- of hooggebergte een hoogvlakte. Dit is een vlak gebied met geen reliëf. 

Slide 18 - Tekstslide

Heuvellandschap 
Een landschap tussen de 200 en 500 meter hoogte. 

Hier vind je wel reliëf, maar het is een glooiend landschap met afgeronde toppen. Kijk maar naar de afbeelding hiernaast. 

Soms vind je in het heuvellandschap een laagvlakte. Dit is een vlak gebied dat onder de 500 meter ligt. 

Slide 19 - Tekstslide

Laagland
Een gebied lager dan 200 meter. Hier komt (bijna) geen reliëf voor, het is er vlak. 

Slide 20 - Tekstslide

Belangrijke begrippen 
  • ingericht landschap = een landschap dat door de mensen is ingericht met huizen, wegen, sloten etc. 
  • natuurlandschap = in dit landschap merk je niets van mensen en het is bijna niet ingericht. 
  • hoog gebergte = een gebergte met een hoogte van 1500 meter of meer boven zeeniveau. 
  • laagvlakte = een vlak gebied met een hoogteligging onder de 500 meter. 
  • jong gebergte = een hoog gebergte met veel reliëf. 
  • oud gebergte = een middengebergte of heuvellandschap met weinig reliëf. 
  • reliëf = hoogteverschillen in het landschap. 

Slide 21 - Tekstslide