3.1 Kennismaking met India en Groot-Brittannië

3.1 Kennismaking met India en Groot-Brittannië 
CE
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1 Kennismaking met India en Groot-Brittannië 
CE

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit weet ik al over India en GB

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de foto en gebruik het internet

Bedenk voor jezelf:
- Waarom verdwijnen dhobi's?

- Welke aanwijzing geeft het verdwijnen van deze wasplaatsen voor de ontwikkeling van India? 

Slide 4 - Tekstslide

India wordt steeds rijker (oorzaak), waardoor steeds meer mensen zich een wasmachine kunnen veroorloven (gevolg).

India bevindt zich in een overgangssituatie die gepaard gaat met toenemende industrialisatie en modernisering.
Waarom verdwijnen Dhobi's? (Je antwoord moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten)

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aanwijzing geeft het verdwijnen van deze wasplaatsen voor de ontwikkeling van India?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding H3 India en Groot-Brittannië

  • Door globalisering meer kansen voor economisch snelgroeiende landen zoals BRICS

  • Maar niet alleen voordelen...
    De kloof tussen arm en rijk wordt groter

  • India is goed voorbeeld: snel groeiende regio maar grote sociale ongelijkheid!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat BRICS voor bij de BRICS-landen?
A
Een groep landen die samenwerken.
B
Een groep landen die economisch snel groeien.
C
Een groep landen die eerst in een groter rijk bij elkaar hoorden.
D
Een groep landen die achterblijven en steeds armer worden.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De BRICS-landen zijn:
A
Brazilie, Rusland, Ijsland China en Zuid Afrika
B
Bali, Rusland, India Colombia en Spanje
C
Brazilie, Rusland, India, China en Zuid Afrika
D
Brazilie, Roemenië, Indonesie, China en Spanje

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij van India en GB?
Neem de letters 1 t/m 9 over in je schrift en schrijf erachter India of GB
  1.  Ongeveer 90% van de bevolking woont in steden
  2. De meeste mensen werken in de dienstensector
  3. De helft van alle uitbestede technologiediensten in de wereld komt hier vandaan
  4. Het bbp per hoofd is bijna zeven keer zo hoog als het bbp van het andere land.
  5. Een kwart van de bevolking is jonger dan 25 jaar
  6. Dit land staat in de top 10 van landen waar de meeste miljonairs wonen
  7. Een erfenis uit het koloniale verleden is het links rijden in het verkeer

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en) §3.1
Aan het einde van de les kan jij:
  1. Uitleggen hoe GB en India elkaar in de koloniale tijd aanvulden
  2. Omschrijven hoe het koloniale verleden de ontwikkeling van india beïnvloedt
  3. Uitleggen waarom de sociale en economische verschillen in beide landen nog steeds toe neemt

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigde voorkennis 
Je weet waar India en GB liggen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koloniale verleden
GB rond 1900:
  • wereldrijk
  • industrialisatie
  • bevolkingsgroei
  • verstedelijkt 

Op zoek naar meer gronstoffen en plekken om hun industrieproducten te verkopen. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koloniale verleden
Exploitatie kolonie versus vestigingskolonie
India was een exploitatiekolonie.
Het leverde grondstoffen, zoals katoen, zijde en thee. 
Australië was een vestigingskolonie.
Dat is een overzees gebiedsdeel waar kolonisten zich blijvend vestigen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De exploitatiekoloniën dienden in de 18-de eeuw als
A
leverancier van goedkope land- en mijnbouwproducten
B
goedkope werkplaats voor het maken van industrieproducten
C
leverancier van goedkope land- en mijnbouwproducten en afzetmarkt voor industrieproducten
D
als nieuw overzees vestigingsgebied

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

India staat in dienst van de vooruitgang van de Britse vooruitgang en wordt een exploitatiekolonie. Dat werd duidelijk door:
A
Aanleg van zeehavens en spoorwegen.
B
Inheemse elite gebruiken om productie te verhogen.
C
Afzetmarkt India groter maken.
D
Vestiging van heel veel Britten in India.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een exploitatiekolonie =.....
A
Koloniën die veel grondstoffen leveren aan Europa
B
Koloniën waar Europeanen zich gingen vestigen
C
Koloniën waar veel producen naar ge-exporteert worden.
D
Koloniën waar veel fabrieken kwamen.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak past bij een exploitatiekolonie?
A
Uitbreiding van het woongebied van een moederland.
B
Levert grondstoffen aan het moederland.
C
Hierdoor kon europeanisering ontstaan.
D
De transport-mogelijkheden namen hierdoor toe.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koloniale verleden
Moederland:
bestuurscentrum, economisch/ politiek/ cultureel dominant 

Kolonie:
leverancier van grondstoffen, arbeid en afzetmarkt 


Kan je dit linken aan het centrum-periferie model?
In koloniale tijd:
GB = centrum
Brits-Indië = periferie 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak in max. 5 zinnen duidelijk dat er een centrum-periferie relatie bestaat tussen koloniën en hun moederland.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verstedelijking
Belangrijke regel om te onthouden:

Hoe beter een land is ontwikkeld, des te hoger is de verstelijkingsgraad en des te lager is het verstedelijkingstempo.

Arme landen hebben hoger verstedelijkingstempo 
Urbanisatietempo en graad?
Urbanisatiegraad = hoeveel mensen wonen er in de steden
Urbanisatietempo = snelheid waaromee urbanisatiegraad toeneemt

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dekolonisatie
Na WOII
-> Gandhi

Brits-Indië wordt verdeeld in India, Pakistan, Bangladesh en Sri Lanka (Birma/Myanmar).

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aanwijzingen kolonisatie

Migranten: 2 miljoen Indiërs in GB

Overgenomen cultuurelementen:
  • Welke Britse cultuurelementen zijn in India te vinden?
  • En welke Indiase in Groot-Brittannië?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom spreken ze in India Engels?
A
Er wonen veel Engelse mensen
B
Veel Indianen werken in de computersector
C
Het is een kolonie geweest van Engeland
D
Ze handelen veel met Engeland

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verstedelijking
GB: hoge urbanisatiegraad (90%), laag urbanisatietempo
-> gestart tijdens industrialisatie

India: lage urbanisatiegraad (33%), hoog urbanisatietempo
-> pas recentelijk. 
-> slums vanwege hoge tempo
Urbanisatietempo en graad?
Urbanisatiegraad = hoeveel mensen wonen er in de steden
Urbanisatietempo = snelheid waaromee urbanisatiegraad toeneemt

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische ontwikkeling GB
Na WOII de-industrialisatie (lage lonen landen), ontstaan diensteneconomie

Londen groeit uit tot centrum van de zakelijke en financiële dienstverlening.

MNO's vestigen zich in Londen



Hierdoor veel regionale ongelijkheid in GB

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak opdracht 2, 3, 4, 6, 7 en 8 van paragraaf 3.1





Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies