Leren:
- Woordjes op blz 74 en 75 (beide kanten op)
- Stones (blauwe blokjes met zinnen): leren van Nederlands- Engels: op blz 48, 64
- De W-woorden (who, what, why, when, where and how): Staan verwerkt in de zinnen uit het blauwe blokje op
blz 64 + WB blz 69 in het groene stukje onderaan je werkboek.
- Werkwoorden: to have en to be (WB blz 37, opdracht 3 en 4): dit wordt niet los gevraagd maar verwerkt in zinnen zoals iemand beschrijven en zeggen wat of hoe iemand is.
- Present Simple: tegenwoordige tijd: wat is jouw routine? Uitleg in jouw notities van je Ipad + leren WB blz 52/53 en opdracht 30, 31a en 32
- Subject en object pronouns: zie ook notities in iPad! + WB blz 69, opdracht 57