Non-verbale communicatie

Non-verbale communicatie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
OverigMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Non-verbale communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
• Je kunt non-verbale communicatie inzetten om je boodschap te versterken in diverse situaties;
• Je kunt non-verbale communicatie herkennen en interpreteren.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al van non-verbale communicatie?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Wat dachten deze vogels?
(en hoe weet je dat?)

Slide 5 - Open vraag

Wat is non-verbale communicatie
  • Alle communicatie die niet via woorden (verbaal) plaatsvindt, maar via    lichaamstaal, gebaren, gezichtsuitdrukking, oogcontact

  • 80-90% van de communicatie is non-verbaal

  • Emoji's zijn de digitale vorm van non-verbale communicatie

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer gebruik je non-verbale communicatie?
  • Om woorden te benadrukken
  • Om woorden te ontkrachten
  • Om emoties te tonen
  • Om een relationele band met de ander aan te tonen

Slide 7 - Tekstslide

Vormen van non-verbale communicatie
  • Bewegingen met je lichaam;
  • Je houding: bijvoorbeeld je armen over elkaar;
  • Hoe meer oogcontact, hoe betrouwbaarder je boodschap;
  • Stemgeluid: bijvoorbeeld toonhoogte en snelheid;
  • Lichamelijke nabijheid: hoe intiem ben je met elkaar;
  • Gezichtsuitdrukking: glimlachen, knipperen, fronsen;
  • Lichamelijke reacties: blozen, zweten, zenuwtrekjes.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Probeer het zelf eens!
  • Bedenk een woord, zin of activiteit en schrijf deze op een stuk papier.

  • Beeld - zonder te praten - uit wat er op je papier staat.

Slide 10 - Tekstslide

Leuk, maar wat heb ik eraan?
  1. Je hebt een pitch gemaakt voor jullie 'beste idee'. Pak deze er eens bij.

  2. Hoe kun je deze pitch nog sterker maken door non-verbale communicatie toe te passen?

  3. Maak aantekeningen in je pitch en schrijf op hoe je non-verbale communicatie toepast. Neem dit mee tijdens het oefenen, er wordt op gelet!

Slide 11 - Tekstslide