Les 1: introductie schrijven

Vandaag
Introductie +/- 15 min.
Het schrijfexamen +/- 10 min.
Taal- en stijlfouten +/- 30 min.
Opdracht +/- 40 min.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Introductie +/- 15 min.
Het schrijfexamen +/- 10 min.
Taal- en stijlfouten +/- 30 min.
Opdracht +/- 40 min.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
1. kan je benoemen waarop je beoordeeld wordt tijdens het schrijfexamen,
2. kan je benoemen waarom schrijfvaardigheid belangrijk is binnen het werkveld;
3. kan je benoemen welke onderdelen van schrijfvaardigheid voor jou het moeilijkst zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Introductie schrijven

Slide 3 - Tekstslide

'Het is belangrijk dat ik in goed en correct Nederlands kan schrijven.'
A
Eens
B
Oneens
C
Geen idee

Slide 4 - Quizvraag

Het moeilijkste aan Nederlands schrijven vind ik...

Slide 5 - Open vraag

Dit zou ik nog willen leren met betrekking tot schrijfvaardigheid

Slide 6 - Open vraag

Het schrijfexamen
(leerjaar 2)

Slide 7 - Tekstslide

Het schrijfexamen:

Duur: 60 minuten.

Taak: twee opdrachten schrijven op papier of op de computer.

De opdracht: schrijf een...
Zakelijke brief, zakelijke e-mail, betoog, beschouwing, uiteenzetting

Cijferbepaling: beoordeling gebeurd aan de hand van zes aspecten:
  1. Inhoud,
  2. samenhang,
  3. afstemming op doel,
  4. afstemming op publiek,
  5. woordenschat en woordgebruik,
  6. spelling, interpunctie en grammatica.

Alle onderdelen moeten voldoende zijn voor het behalen van een voldoende.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Taalvouten

Slide 10 - Tekstslide

Benoem zoveel mogelijk taal- en stijlfouten

Slide 11 - Woordweb

Veelvoorkomende fouten
Taalfouten: grammatica, samenstellingen, verkeerd woordgebruik

Stijlfout: contaminatie, pleonasme, tautologie, foutieve samentrekking/verwijzing,  zeugma, malapropisme 

Slide 12 - Tekstslide



Voor de beste oliebollen ga je natuurlijk naar de...


Slide 13 - Tekstslide

Voor de lekkerste oliebollen ga je natuurlijk naar de...
A
oliebollen speciallist
B
oliebollen specialist
C
oliebollenspeciallist
D
oliebollenspecialist

Slide 14 - Quizvraag



Wat gaat er fout in deze tekst?


Slide 15 - Tekstslide

Wat gaat er fout in deze tekst?
A
houd
B
van
C
dan
D
Er gaat niks fout in deze tekst.

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Hoe zou jij dit formuleren?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wil je hier winkelen?
A
Ja!
B
Nee, hoezo?

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Dit is een:
A
pleonasme
B
contaminatie
C
spelfout
D
tautologie

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

dit is...
A
onhygiënisch
B
moord

Slide 26 - Quizvraag

Opdracht
  1. Open een tekst die je zelf geschreven hebt (bijv.: een verslag of sollicitatiebrief).
  2. Controleer de tekst eerst zelf op taalfouten. Schrijf op wat voor soort fout het is. 
  3. Wissel de tekst daarna uit met diegene die naast je zit en voer stap 2 opnieuw uit.
  4. Verbeter samen de fouten.
timer
30:00

Slide 27 - Tekstslide

Lever het bestand in op It's Learning

Slide 28 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
1. kan je benoemen waarop je beoordeeld wordt tijdens het schrijfexamen,
2. kan je benoemen waarom schrijfvaardigheid belangrijk is binnen het werkveld;
3. kan je benoemen welke onderdelen van schrijfvaardigheid voor jou het moeilijkst zijn.

Slide 29 - Tekstslide