3.2 Oppervlakte driehoek + 3.3 Inlijsten

Welkom bij wiskunde! 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom bij wiskunde! 

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de les
Terugblik paragraaf 3.1
Lesdoelen
Uitleg paragraaf 2  & paragraaf 3
Aan het werk
Lesafsluiting 

Slide 2 - Tekstslide


Van een parallellogram zijn ...
A
... alle zijden even lang
B
... de tegenover lig-gende zijden even lang

Slide 3 - Quizvraag

Oppervlakte parallellogram=
A
zijde x zijde
B
zijde x bijbehorende hoogte
C
1/2 x zijde x bijbehorende hoogte
D
bijbehorende hoogte x bijbehorende hoogte

Slide 4 - Quizvraag

Bij een parallellogram :
A
Zijn de overstaande zijden gelijk
B
Zijn de hoeken aan hetzelfde been even groot
C
Staan de diagonalen loodrecht op elkaar
D
Zijn alle hoeken samen 180 graden.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van dit parallellogram?
A
64cm²
B
56cm²
C
56cm
D
64cm

Slide 6 - Quizvraag

Het zwarte deel op de zijkant van de laadbak bestaat uit twee parallellogrammen.

De lengte van de zijde van één parallellogram is:
A
4 m
B
6 m
C
2 m
D
3 m

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van dit parallellogram?
A
30
B
60
C
Je hebt niet genoeg gegevens om de oppervlakte te berekenen

Slide 8 - Quizvraag

Doelen van de les
- De leerling kan de oppervlakte van een driehoek uitrekenen
  • Kent daarvoor het begrip hoogtelijn
  • Kan de hoogte van de driehoek bepalen
  • Kent de formule van de oppervlakte van een driehoek. 
- De leerling kan de oppervlakte van een figuur uitrekenen d.m.v. inlijsten. 

Slide 9 - Tekstslide

Paragraaf 3.2
Driehoeken hebben ook een bij behorende hoogte. Deze hoogte kun je weergeven met een hoogtelijn. Elke 3 hoek heeft 3 hoogtelijnen. Een hoogte lijn, staat altijd loodrecht (90 graden) op de zijde. 

Slide 10 - Tekstslide

Paragraaf 3.2

Slide 11 - Tekstslide

Paragraaf 3.2



oppervlaktedriehoek=2basishoogte

Slide 12 - Tekstslide

oppervlakten vlakke figuren
Vierkant en Rechthoek oppervlakte = lengte x breedte
Parallellogram oppervlakte = zijde x bijbehorende hoogte
Driehoek oppervlakte = 0,5 x zijde x bijbehorende hoogte
leer deze uit je hoofd!

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een formule voor
oppervlakte driehoek?
A
opp 🔺 = 0,5 x l x b
B
opp 🔺= 0,5 x zijde x hoogte
C
opp 🔺= zijde x hoogte
D
opp 🔺= l x b x 2

Slide 14 - Quizvraag

Oppervlakte driehoek GHI is?
A
520
B
546
C
504
D
480

Slide 15 - Quizvraag

Oppervlakte driehoek
ABC is?
A
12
B
6
C
10
D
7,5

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?
A
0,5 x 21 x 29 = 304,5 mm^2
B
0,5 x 47 x 21 = 493,5 mm^2
C
21 x 29 = 609 mm^2
D
29 x 47 = 1363 mm^2

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de
oppervlakte van
deze driehoek?
A
126 cm2
B
96 cm2
C
252 cm2
D
30 cm2

Slide 18 - Quizvraag

Paragraaf 3.3
Een andere manier om de oppervlakte van figuren uit rekenen is dmv inlijsten.

Hoe kun je van de figuren
hiernaast de oppervlakte
bepalen?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

stappenplan inlijsten
  1. kijk goed naar het figuur
  2. teken een rechthoek om het figuur heen en kleur de originele vierhoek
  3. bereken de oppervlakte van de rechthoek
  4. zet cijfers in de stukjes die je teveel hebt
  5. bereken de oppervlakte van de stukjes teveel (driehoeken)
  6. bereken de oppervlakte van de vierhoek

Slide 21 - Tekstslide

We gaan stap voor stap de oppervlakte van de vierhoek berekenen.
stap 1: Bereken de oppervlakte van het rode rechthoek.
A
5 x 2 = 10 cm2
B
5 x 3 = 15 cm2
C
2 x 3 = 6 cm2
D
3 x 3 = 9 cm2

Slide 22 - Quizvraag

We gaan stap voor stap de oppervlakte van de vierhoek berekenen.
stap 2: Bereken de oppervlakte van driehoek 1.
A
3 x 2 = 6 cm2
B
5 x 3 : 2 = 7,5 cm2
C
3 x 2 : 2= 3 cm2
D
0,5 x 3 x 2 = 3 cm2

Slide 23 - Quizvraag

We gaan stap voor stap de oppervlakte van de vierhoek berekenen.
stap 3: Bereken de oppervlakte van driehoek 3.
A
2 x 3 = 6 cm2
B
3 x 3 : 2 = 4,5 cm2
C
0,5 x 3 x 3 = 4,5 cm2
D
2 x 3 : 2 = 3 cm2

Slide 24 - Quizvraag

We gaan stap voor stap de oppervlakte van de vierhoek berekenen.
stap 4: Bereken de oppervlakte van het blauwe figuur.
A
15 - 3 - 1,5 - 3 = 7,5 cm2
B
15 - 3 x 3 = 6 cm2
C
10 - 3 - 1,5 - 3 = 2,5 cm2
D
2 x 3 x 3 x 3 = 18 cm2

Slide 25 - Quizvraag

of met inlijsten

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Extra uitleg of zelfstandig aan het werk? 


  • Maken: paragraaf 3.2 + 3.3


Let op!
Sluit de les niet af!
Begrijp je de uitleg? Dan mag je stil en zelfstandig aan het werk. 

Slide 28 - Tekstslide

 Zelfstandig aan het werk


  • Nakijken / maken: 3.1
  • Maken: 3.2 + 3.3 (blz 88 ev.)


Let op!
Sluit de les niet af!
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Lesafsluiting
Met welke formule bereken je de oppervlakte van een driehoek?
Vertel in eigen woorden wat inlijsten is.

Slide 30 - Tekstslide

Einde les.
Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 31 - Tekstslide