4.1 Het ontstaan van steden

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet het tijdvak waarin de steden gingen groeien?

Slide 3 - Open vraag

Boeren hadden een betere ploeg uitgevonden, waarmee ze grond konden bewerken.

De mest werd beter verdeeld en de grond vruchtbaarder.

Ouders konden nu kiezen om meer kinderen te nemen. Er was voedsel genoeg.

Daardoor verdubbelde de bevolking.

De oogst van boeren was groter. Zo kwam er meer voedsel voor mensen.

Slide 4 - Sleepvraag

Welke grote verandering vond er plaats rond het jaar 1000?
A
Boeren gingen rondtrekken op zoek naar grond.
B
Er gingen veel mensen in Europa dood door ziektes.
C
Op het platteland nam de bevolkingsdichtheid toe.
D
Rondom de markt kwamen steeds meer mensen wonen.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat boeren over hadden van de oogst, verkochten ze op de

Slide 10 - Open vraag

Dat wat verkocht kan worden, noem je het

Slide 11 - Open vraag

Om alles te kunnen verkopen moet er voldoende _____________ zijn naar deze producten.

Slide 12 - Open vraag

In een stad ontstonden nieuwe beroepen zoals schoenmaker.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Een schout is...
A
een burgemeester
B
een edelman
C
een burger
D
een inwoner van een stad

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Stadsbewoners kregen stadsrechten. Wat hoorde daarbij?
A
bouwen van een stadsmuur
B
een eigen bestuur
C
een goed inkomen
D
een beroep hebben

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide