Les 2

Q3 ernstige misdrijven 
les 2
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Q3 ernstige misdrijven 
les 2

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik 
  • Daders
  • ABCDEF 
  • Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Vrouw slaat man
Hoe kwam de 'cirkel van geweld' terug in de documentaire? 

Voor beide mannen kwam er een moment dat ze iets aan hun situatie wilden veranderen. Wat was die motivatie om te veranderen?

Slide 3 - Tekstslide

Zoek met elkaar op
1. De anti-sociale dader
2. De overgeremde dader
3. De cyclische dader

Slide 4 - Tekstslide

De anti-sociale dader
  • Antisociaal gedrag (vaak ook andere antecedenten)
  • Biologisch-neurologische oorzaken
  • Geen of weinig ontwikkeling van geweten, oppervlakkige emotionele reacties
  • Geen inzicht in effect voor de ander
  • Nauwelijks behandeling mogelijk

Slide 5 - Tekstslide

De overgeremde dader
  • Vermijdt conflicten, slecht contact met eigen gevoel, weinig affectief
  • Actieve type (control-freak) en passieve type (afstand en opkroppen)
  • Opkropper, passief agressief ivv extreem beheersen met plotselinge uitbarsting
  • Vaak geen andere antecedenten
  • Overal de brave burger behalve thuis
  • Verwacht volgzaamheid en onderdanigheid
  • Goed te behandelen

Slide 6 - Tekstslide

De cyclische dader
  • Geweld als anti-depressivum (cirkel-periodiek gewelddadig)
  • Twee gezichten, afstand-nabijheid, verlating-verzwelging (grote verlatingsangst)
  • Razernij vindt uitweg via partner (bliksemafleider)
  • Traumatische voorgeschiedenis
  • Goed te behandelen
  • Vaak zelf slachtoffer geweest

Slide 7 - Tekstslide

OTS en VOTS

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

OTS 
  • Onvrijwillige hulp
  • Kind blijft meestal thuis wonen
  • Ouders houden gezag
  • Ouders moeten aanwijzingen van de gezinsvoogd opvolgen

Slide 10 - Tekstslide

VOTS
  • Voorlopige ondertoezichtstelling
  • Kind komt onder toezicht van een tijdelijke (gezins)voogd
  • Vaak in spoedzaken bij onmiddellijke dreiging voor het kind
  • Gaat vaak gepaard met uithuisplaatsing
  • Onderzoek naar OTS wordt daarna voortgezet

Slide 11 - Tekstslide

ABCDEF

Slide 12 - Tekstslide

AB
A: ASK: Stel vragen, oordeel niet
Probeer een zo volledig mogelijk beeld te krijgen (zowel recent als langer geleden). Hoe voelt het slachtoffer zich. Is er letsel dat direct behandeld moet worden. Heeft het SO sociale steun (netwerk), is het slachtoffer veilig.

B: BELIEVE: Neem het verhaal serieus
Het verhaal is vaak lang geheim geweest, misschien praat het slachtoffer er nu voor het eerst over. Wellicht is het in de omgeving van het slachtoffer niet bekend of werd het slachtoffer niet geloofd. Het wordt ervaren als een groot taboe en veelal speelt enorme schaamte een rol, omdat het slachtoffer de problemen niet zelf heeft kunnen oplossen. Realiseer je dat de eerste reactie van een slachtoffer op het geweld er een is van emotionele verwarring en machteloosheid. Deze reactie kun je in het eerste contact aantreffen.

Slide 13 - Tekstslide

C
C: CALL: Bel voor ondersteuning
Het bellen heeft hier een brede betekenis. Het staat voor bellen en informeren. Wie kan er ter ondersteuning van het slachtoffer gebeld worden (familie, vrienden, kennissen, huisarts). Welke ondersteunende informatie kunnen deze mensen geven om het verhaal compleet te krijgen. Tevens houdt ‘Call’ in dat ook de reeds beschikbare informatie verzameld dient te worden (collega’s, BPS, en deskundigen). Win externe informatie bij voorkeur in met goedkeuring van het slachtoffer. Tenslotte valt hieronder ook het aanspreken van de verdachte op zijn verantwoordelijkheden en de strafbaarheid van het gebruikte geweld. Als het slachtoffer uiteindelijk niet terug wil keren naar de partner en ondergebracht wil worden, is het goed om de partner van het slachtoffer daarover in te lichten. Uiteraard dien je geen gegevens te verstrekken over het mogelijk geheime onderduikadres van het slachtoffer.


Slide 14 - Tekstslide

D
D: DOCUMENT: Leg het verhaal zorgvuldig vast
Zorgvuldige, volledige en consequente verslaglegging van de bevindingen is te allen tijde van belang. Leg feitelijkheden vast van situaties, gebeurtenissen en afspraken. Beschrijf ook wat eventueel nog moet gebeuren of welke doorverwijzing is geadviseerd of gerealiseerd. Indien de informatie op een zorgvuldige manier, onder vermelding van een projectcode HG in een systeem is vastgelegd, kan hier op een later tijdstip naar teruggegrepen worden en kan het dienen als verslaglegging naar het OM teneinde het sociale verhaal te verduidelijken.

Slide 15 - Tekstslide

E
E: ENSURE SAFETY: Bespreek en waarborg veiligheid
Het is noodzakelijk om samen met het slachtoffer te bespreken welke situatie op dit moment de meeste veiligheid kan bieden. Als het gaat om een acute crisissituatie, zal er voor een opvangadres gezorgd moeten worden (vrouwenopvang, familie, vrienden, kennissen).
Als er geen sprake is van een acute crisissituatie, maar als het slachtoffer bedenktijd wil voordat het slachtoffer beslist over weggaan, dan kan met het slachtoffer een "vluchtplan" (voorzorgsmaatregelen) worden doorgesproken. Het ‘vluchtplan’ houdt in dat je samen van tevoren een aantal zaken overdenkt.

Slide 16 - Tekstslide

F
F: FOLLOW: Volg het slachtoffer verder door het proces
Komt iemand na de doorverwijzing naar de hulpverlening daar ook terecht? Volgt geen doorverwijzing of aangifte, neem dan na een paar dagen nogmaals contact op met het slachtoffer. Meld het slachtoffer aan bij het hulpverleningsteam huiselijk geweld. Op deze wijze wordt het (door de dader gewenste) isolement doorbroken en voelt een slachtoffer zich gesteund om de situatie te veranderen. Tevens kun je inschatten hoe het met de veiligheidssituatie van het slachtoffer gesteld is.

Slide 17 - Tekstslide

Vluchtplan
• Waar zou het slachtoffer in geval van nood naartoe kunnen en willen?
• Voor hoelang kan het slachtoffer daar terecht;
• Wat neemt het slachtoffer mee (tas klaarzetten, paspoort, kleding, ziekenfondskaart et cetera);
• Heeft het slachtoffer al een eigen bank- of girorekening;
• Andere (goede) sloten laten plaatsen;
• Spreek een waarschuwingssysteem af met buren, vrienden en/of familie;
• Attendeer het slachtoffer op het landelijke alarmnummer;
• Vraag extra aandacht tijdens de surveillance.

Slide 18 - Tekstslide

Quiz
Waar of niet waar? 

Slide 19 - Tekstslide

De pedagogische tik is bij wet verboden

Waar
Niet waar

Slide 20 - Poll

Waar, sinds april 2006 in het burgerlijk wetboek

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel mensen (vanaf 16 jaar) hebben zich in 2020 gemeld als slachtoffer van seksueel geweld?
A
1.600.000
B
1.200.000
C
600.000
D
3.200.000

Slide 22 - Quizvraag


Bij Veilig Thuis kun je anoniem een melding doen
Waar
Niet waar

Slide 23 - Poll

Waar, maar alleen wanneer er ernstige dreiging met geweld is voor kind, jij of je collega’s… 
Voor privé
personen kan het bijna altijd wel anoniem.

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel mensen (vanaf 16 jaar) zijn er in 2020 slachtoffer geweest van huiselijk geweld?
A
500.000
B
750.000
C
1.000.000
D
1.200.000

Slide 25 - Quizvraag

Baby’s die niet worden aangeraakt kunnen hieraan overlijden
Waar
Niet waar

Slide 26 - Poll

Waar. Je huid is je primaire communicatiemiddel en je belangrijkste beschermer. Vijf miljoen gevoelscellen reageren op aanraking. Huidcontact stimuleert de zenuwuiteinden en die signalen geven naar de hersenen. Daar vindt de productie van endorfine plaats, ons gelukhormoon. Maar het zet ook genezende processen in werking. Endorfine stimuleert het immuunsysteem, de spijsvertering en stofwisseling. Het bevordert de doorbloeding en geeft een diepere ademhaling, waardoor het bloed meer zuurstof kan opnemen en de spieren kunnen ontspannen.

Slide 27 - Tekstslide

Mag een huisarts bij vermoedens van kindermishandeling wel een melding maken?
A
ALLEEN tenzij het gaat om een overtreding van de wet.
B
Nee, dat mag hij/zij niet, want er geldt beroepsgeheim
C
Ja, dat mag hij/zij wel, want bij vermoedens van kindermishandeling geeft de wet de arts ruimte om het beroepsgeheim te doorbreken
D
Ik heb geen idee

Slide 28 - Quizvraag

40% van de Nederlanders heeft ooit te maken gehad met Huiselijk geweld
Waar
Niet waar

Slide 29 - Poll

Waar

Slide 30 - Tekstslide

Bij een tijdelijk huisverbod mag de pleger van het huiselijk geweld een periode niet meer in de eigen woning komen. Dit is een periode van 10 dagen tot maximaal 4 weken.

De pleger mag in diezelfde tijd ook geen contact opnemen met het slachtoffer.
Waar
Niet waar

Slide 31 - Poll

Waar, Ja dat klopt. Tijdens het huisverbod geldt ook direct een contactverbod

Slide 32 - Tekstslide

Afsluiten
Vragen? 
Volgende week: Zeden

Slide 33 - Tekstslide