Een
argument gebruik je om een
reden waarom je iets doet of niet doet te
onderbouwen. Je kunt met argumenten beslissen of je iets doet/vind of niet doet/vind.
Vaak zijn er argumenten voor en argumenten tegen om iets te doen of te vinden. Als je alle argumenten voor en tegen op een rijtje hebt gezet, kun je een standpunt innemen.
Je standpunt kan veranderen als de argumenten veranderen.