Les 1 Burgerschap

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Burgerschap

Les 1

Lesweek 2

LAG

Wat gaan we vandaag doen?

• Leerdoelen
• Burgerschap
• Kritisch denken
• Dimensies
• Opdracht identiteit

Welke afspraken vind jij belangrijk voor een fijne les?

Afspraken 

Vrijheid                         Sta open voor de mening van een ander. 

Respect                        Luister en laat je klasgenoten en docent uitpraten.

Integriteit                    Wat besproken wordt in de les, blijft in de les.

Grenzen bewaken   Zijn er gevoelige onderwerpen waar je liever niet over                                                                                           praat, geef dit door aan je docent zodat zij hiervan op de hoogte is. 

Verwachtingen

• Je bent op tijd in de les;
•  Je hebt je thuis voorbereid;
• Je hebt je spullen bij je;
• Je doet actief mee;
• Je hebt je telefoon stil & in de tas;
• Je houdt je aan de klassenafspraken.

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

• Kan jij toelichten wat burgerschap inhoudt
• Kan jij vertellen hoe je getoetst wordt
• Weet jij hoe de lessen eruit zien
• Kun jij eigenschappen van je eigen identiteit en die van je klasgenoten benoemen.

Waar denk jij aan bij het vak burgerschap?

Burgerschap

• Deelname aan de maatschappij en het zo goed mogelijk kunnen functioneren in een beroep en de samenleving als geheel​.

• Het gaat bij ‘Burgerschap’ steeds om jou! Hoe denk jij over allerlei zaken? Hoe geef jij invulling aan moeilijke situaties die je als burger tegenkomt? Hoe ga jij om met die ander? Hoe verhoudt dit zich tot je beroep?​
  

• Je leert kritisch te denken over de verschillende thema’s die je als burger tegen komt in het leven. 

Opdracht

Bespreek in tweetallen het belang van kritisch denken in jullie beroepspraktijk.

• Waarom is het belangrijk dat je kritisch denkt in de beroepspraktijk?​
• Kun je een voorbeeld geven van een situatie waarin jij moest opkomen voor je belangen?​
• Geef jij makkelijk je mening? En hoe doe je dat?

Indeling burgerschap

4 periodes, 1,5 uur per week​ = 1 uur per week en in lesweek 10 een project = 1,5 uur per week.

Per periode een dimensie​:

• Sociaal maatschappelijk​
  
• Politiek-juridisch​
  
• Economisch​
  
• Vitaal

Sociaal-maatschappelijke dimensie​

• Het functioneren in de sociale omgeving (woon- en leefomgeving, zorgsituaties, school). ​
  
• De kennis van verschillende culturen. ​
  
• Respect voor verschillen en culturele verscheidenheid. ​
  
• Verkennen van mogelijkheden in het buitenland (internationale stage). 

Politiek-juridische dimensie​

• Kennis van de organisatie van de Nederlandse Staat (stemmen bij verkiezingen). ​
  
• Verdieping in actuele vraagstukken zoals duurzaamheid, internationalisering, interculturaliteit, ondernemerschap en levensbeschouwing. ​
  
• Besluitvorming op verschillende niveaus zoals buurt, gemeente, regio/ provincie, landelijk en Europees. ​
  
• Juridisch domein: kennis van het rechtssysteem. 

Economische dimensie

• Functioneren op de arbeidsmarkt: hierbij gaat het om kennis van de rechten en plichten van de werknemer en het zich collegiaal opstellen. ​
• Functioneren als kritisch consument: hierbij gaat het om het verzamelen van informatie over producten en diensten om bij aanschaf van een product een weloverwogen keuze te maken.​
• Het effect van schulden en de invloed van vaste lasten door leefstijlveranderingen

Vitale dimensie

• Zorg dragen voor de eigen gezondheid/vitaliteit/fitheid als burger en werknemer​
  
• Afstemming tussen werken, zorgen (voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen. ​
  
• De kennis en inzicht in een gezonde leefstijl, bewegen, voeding, verslaving, seksualiteit, welvaartsziektes en gezondheidsrisico’s.

Eindopdracht

Voor dit vak ga je 6/8 persoonlijke doelen formuleren. Hier komen we een andere les op terug. Het is belangrijk dat je je zelf goed kent om te bedenken welke burgerschapsdoelen je voor jezelf op gaat stellen. 

Wie ben ik..

Wat vind ik...

Waarom vind ik dat...

Welke informatie heb ik nodig en waar vind ik betrouwbare bronnen. 

Identiteitsopdracht

Werkvorm: De Identiteitencirkel

Doel:

Studenten ontdekken en delen aspecten van hun eigen identiteit.

Studenten leren hun klasgenoten beter kennen door persoonlijke verhalen.

Studenten krijgen inzicht in de diversiteit en gemeenschappelijke ervaringen binnen de groep.

Benodigdheden:

Grote vellen papier (A3 of groter) of flip-over papier.

Stiften of markers in verschillende kleuren.

Geprinte kaarten met verschillende categorieën van identiteit.

Instructies:

Groepen vormen: Verdeel de klas in groepjes van 4-5 studenten. Zorg ervoor dat studenten met mensen in een groep komen die ze nog niet goed kennen.

Uitleg van de opdracht:

Elke groep ontvangt een groot vel papier en tekent in het midden een cirkel met daarin hun groepsnaam.

Rondom deze centrale cirkel tekenen ze kleinere cirkels voor elke student in de groep en schrijven hun namen erin.

Identiteiten delen:

Elke student kiest om de beurt een identiteitscategoriekaart en deelt iets over zichzelf binnen die categorie.

De groep schrijft deze informatie rondom de cirkel van de desbetreffende student.

Herhaal dit proces zodat elke student meerdere keren iets deelt.

Reflectie en presentatie:

Vraag elke groep om één of twee interessante ontdekkingen over hun groepsleden te delen met de rest van de klas.

Bespreek als klas de diversiteit en gemeenschappelijke ervaringen die naar voren zijn gekomen.

Duur: 30-45 minuten

Opmerking: Moedig studenten aan om open te zijn, maar respecteer ieders grenzen. Zorg voor een veilige en inclusieve omgeving waarin iedereen zich comfortabel voelt om te delen.

Wat heb je vandaag geleerd?

Welke onderwerpen zou je willen behandelen tijdens de lessen?