Schoolweek 13 start nieuwe OE1 taak 3 (theorie afgestemd)

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. De student weet wat een dagbesteding is en kan dit ook benoemen
  2. De student weet minimaal 3 dagbestedingen te benoemen
  3. De student kan de 4 aspecten die een rol spelen binnen de dagbesteding benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Dagbesteding!!

Wat is dagbesteding? 
De betekenis ervan kun je letterlijk uit het woord halen; het besteden, het opmaken van de dag, bezig zijn de dag door te komen. 
Dagbesteding is een levensbehoefte, iedereen wil wat te doen hebben.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Vraagje?
Welke vormen van dagbesteding heb je gezien in het filmpje?
Noem er tenminste drie in de volgende mindmap..

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Definitie;
Dagbesteding is een doelgerichte, zo veel mogelijk zingevende, gestructureerde invulling van activiteiten om de tijd die je tot je beschikking hebt te besteden.

Slide 9 - Tekstslide


Bij dagbesteding spelen vier aspecten een rol..
Eens kijken of jullie weten welke vier aspecten er een rol spelen binnen dagbesteding.
Noem ze in de volgende mindmap!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Woordweb

4 aspecten!
  • de persoon die aan de dagbesteding meedoet
  • de aard van de dagbesteding zelf
  • de omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt
  • de waarde van de dagbesteding

Slide 12 - Tekstslide

De persoon die aan de dagbesteding meedoet
Voorbeeld
Hein is 35 jaar. Hij wordt ambulant begeleid. Hij heeft veel traumatische ervaringen uit zijn jeugd, is vaak angstig en trekt zich dan terug. Een sociaal netwerk onderhouden is een hele opgave voor hem. Het helpt hem niet dat hij ook nog eens stottert. Zingen is voor hem een uitlaatklep. Hij kan zich dan zonder te stotteren uiten met zijn eigen geschreven teksten. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de juiste dagbesteding voor Hein?
A
Bij een band om mee te zingen
B
Schrijven naar iemand die zijn muziek uit wil brengen
C
Thuis zoveel mogelijk muziek maken
D
Naar de logopedie

Slide 14 - Quizvraag

Elk mens besteedt zijn dag op zijn eigen wijze en naar zijn mogelijkheden. Daarbij speelt ook de omgeving een rol. Hij doet dit op zo’n manier dat hij daarbij invulling geeft aan zijn behoeften en wensen.

Slide 15 - Tekstslide

De aard van de dagbesteding zelf
Voorbeeld
Elly is strenggelovig opgevoed. De kerk van haar ouders was een belangrijk onderdeel in haar leven, maar het was niet haar kerk. Ze heeft zich nooit prettig gevoeld in deze omgeving, omdat ze daar geen handen en voeten kon geven aan de boodschap waar ze zelf in geloofde. Elly vindt het belangrijk dat alle mensen meetellen. Ze vindt het verschrikkelijk als mensen worden uitgesloten omdat ze ‘anders’ zijn. 
Haar motto is Teach what you preach. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat zou voor Elly een waardevolle dagbesteding zijn?
A
Aan de deuren gaan met bijbels en verkopen
B
Op de markt gaan staan en over God praten
C
Bijbelles gaan geven aan jongeren
D
Studie oppakken voor priester

Slide 17 - Quizvraag

Elke vorm van dagbesteding heeft zijn eigen kenmerken en eigenschappen. Leeftijd, persoonlijkheid, cultuur en sekse van de deelnemer bepalen de vorm en wijze van dagbesteding. De tijd die je in een bepaalde levensfase beschikbaar hebt, geef je vorm en inhoud met dagbesteding. Bestede tijd is geleefde tijd.

Slide 18 - Tekstslide

De omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt
Voorbeeld
Musta is verzorger van het G-team, Hij is autistisch en vindt het heerlijk om voor de wedstrijd alle shirtjes, broeken en kousen netjes op stapeltjes voor iedereen klaar te leggen. Voor de wedstrijd zelf heeft hij niet zoveel belangstelling, want hij is druk met de thee die klaar moet zijn bij de rust en de limonade na de wedstrijd. 

Slide 19 - Tekstslide

Wat zou een passende dagbesteding kunnen zijn voor Musta?

Slide 20 - Open vraag

Dagbesteding vindt plaats in een omgeving, een plek waar je je activiteiten verricht. De plek waar je bent geboren, opgegroeid, waar je woont, speelt en werkt. Een plek die je eigen is, waar je veilig bent. Die je met anderen deelt of juist niet.

Slide 21 - Tekstslide

De waarde van de dagbesteding
Iris is een alleenstaande moeder van drie jonge kinderen. Ze heeft het niet breed. Ze heeft een jaar gebruikgemaakt van de voedselbank en dat gaf haar wat financiële lucht. 

Slide 22 - Tekstslide

Wat zou een waardevolle dagbesteding voor haar kunnen zijn?

Slide 23 - Woordweb

Dat dus...

Inmiddels is ze zelf vrijwilligster bij de voedselbank, ze schrijft verhalen over de mensen die er komen en maakt recepten met de producten die worden uitgegeven. Nu is haar gevraagd of ze het leuk vindt om hier een boekje van te maken. Dat was een overbodige vraag, ze vindt dat heel leuk. Samen met iemand die ze via de voedselbank heeft leren kennen, gaat ze vanmiddag foto’s maken voor het boekje.

Slide 24 - Tekstslide

Dagbesteding is altijd een ontmoeting met dingen en mensen. Je communiceert met de dingen en mensen om je heen. Zij doen een beroep op je. Er vindt een uitnodiging plaats om te reageren. Dagbesteding verschaft je het materiaal om je dag, je leven, je bestaan vorm en inhoud te geven. En het bijzondere is dat je hier zelf een onderdeel in bent.

Slide 25 - Tekstslide

Maar genoeg theorie!
We gaan even aan de slag!
In de volgende dia volgt een opdracht, die je in groepjes van 2 gaat maken!

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht;
  • maak groepjes van 2 (of 3 als dat zo uitkomt)
  • open een word document samen
  • zoek via internet (zie volgende dia wat)
  • maak hiervan een collage en laat deze via het grote scherm klassikaal zien en leg uit waarom je voor, dat wat je hebt gemaakt, gekozen hebt
  • Tijd die je hiervoor het is 20 min.

Slide 27 - Tekstslide

Je zoekt;
Dagbesteding voor;
  • ouderen +65
  • gehandicapten (geestelijk)
  • dak- en thuislozen (verslaafd)
  • visueel gehandicapten jongeren 18-
Plaatjes, foto's en artikelen!
SUCCES!!

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Even terug naar de lesdoelen
  1. De student weet wat een dagbesteding is en kan dit ook benoemen
  2. De student weet minimaal 3 dagbestedingen te benoemen
  3. De student kan de 4 aspecten die een rol spelen binnen de dagbesteding benoemen
Heb je ze behaald?

Slide 30 - Tekstslide

Wat neem je mee?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide