§1 De wereld in oorlog

Hoofdstuk 4: De Tweede Wereldoorlog

Hoe verliep de Tweede Wereldoorlog en wat betekende het oorlogsgeweld voor de burgers?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: De Tweede Wereldoorlog

Hoe verliep de Tweede Wereldoorlog en wat betekende het oorlogsgeweld voor de burgers?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

§1 De wereld in oorlog
  • Hoe begon de Tweede Wereldoorlog?
  • Hoe verliep de oorlog?
  • Waardoor kwam er een einde aan de oorlog?

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Het begin van de Tweede Wereldoorlog

Oorzaken

  • Onvrede over armoede
  • Werkloosheid 
  • De bepalingen van het Verdrag van Versailles (wens tot revanche, meer grondgebied, herbewapening) versterken in Duitsland nationalistische gevoelens
  • Hitler speelt op onvrede in, door zich niet aan het verdrag te houden.

Slide 4 - Tekstslide

1.1 Het begin van de Tweede Wereldoorlog
Asmogendheden: bondgenootschap tussen Duitsland, Italië en Japan tijden de Tweede Wereldoorlog

Slide 5 - Tekstslide

§1.2 Het verloop van de oorlog

slag om Engeland

  • Zomer 1940
  • Duitse vliegtuigen bombardeerde onophoudelijk Engelse havens, industriegebieden en steden.
  • Door uitvinding van radar werden veel Duitse vliegtuigen neergehaald.
  • Najaar 1940 Duitsland gaf het op. Ze hadden slag om Engeland verloren.






Slide 6 - Tekstslide


Operatie Barbarossa
juni - december 1941






  • Ondanks het niet-aanvalsverdrag van 1939, valt Duitsland de Sovjet-Unie aan:
  • Hitler heeft de 'Lebensraum' en de grondstoffen nodig voor zijn volk.

Slide 7 - Tekstslide

Verloop
Operatie Barbarossa
  • In 1941 schendt Hitler het niet-aanvalsverdrag:
    • Stalin kon zijn leger voorbereiden op oorlog na de zuiveringen in de jaren 30.
    • Hitler kon een tweefrontenoorlog vermijden.
    • Vreemd pact  want Hitler wil Lebensraum in Oosten en is anti-communisme.
  • Hitler hoopt op een snelle overwinning. Maar dat mislukt:
    • Het Sovjetleger houdt stand.
    • Duitsland moet overwinteren aan het Oostfront.
Niet-aanvalsverdrag: 
De Sovjet-Unie en Duitsland waren aartsvijanden. Maar op 29 augustus 1939 ondertekende ze een verdrag waarin ze elkaar beloofden om elkaar niet aan te vallen en elkaar tegenstanders niet te hulp te komen. In dit verdrag stond ook dat Polen onder beide landen verdeeld zou worden. 

Slide 8 - Tekstslide

Keerpunt

Slide 9 - Tekstslide

Japanse aanval op Pearl Harbor
7 december 1941




  • As-mogendheid Japan wil in Azië een machtig land zijn. 
  • Om dit doel te bereiken vallen ze de Amerikaanse marinebasis op Hawaï (Pearl Harbor), volkomen bij verrassing, aan. 
  • Door de verwoeste Amerikaanse vloot, heeft Japan vrij spel in Azië

Slide 10 - Tekstslide

Keerpunt

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Keerpunt
D-day
  • 6 juni 1944: D-Day. Landing van Britse, VS en Canadese troepen op kust van Normandië, dit nav oproep Stalin om hulp.
  • Binnen 4 maanden België bevrijdt. Tegelijkertijd vocht Stalin in het oosten en won bijna alles.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

1.3 Einde van de oorlog
  • Na de keerpunten begon Duitsland terrein te verliezen. Met name na D-Day ==> toen was er een tweefronten oorlog voor Duitsland
  • Nazi's deden een oproep tot totale oorlog.
  • Eind april 1945 pleegde Hitler zelfmoord.
  • Begin mei 1945 capitulatie van de Duitsers ==> in Europa is de oorlog voorbij.
  • In Azië kwam de capitulatie van de Japanners later.
  • Door de twee atoombommen op Hiroshima en Nagasaki capituleerde Japan en kwam er in augustus 1945 een einde aan de Tweede Wereldoorlog

Slide 15 - Tekstslide


Atoombom op Hiroshima
6 augustus 1945






Slide 16 - Tekstslide


Atoombom op Nagasaki
9 augustus 1945







Slide 17 - Tekstslide


Capitulatie van Japan
15 augustus 1945





  • Na de verwoesting door de twee Amerikaanse atoombommen, kan Japan niets anders doen dan zich over te geven aan de Geallieerden.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Link

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 22 - Open vraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide