Ondersteuningsles 6

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Ondersteuningsles 3

Ondersteunings les 6

Quel est ton restaurant préféré?

Ondersteuningsles 1

Le planning d'aujourd'hui

• les objectifs
• Herhaling: prendre
• Herhaling: passé composé
• Grammaire: het delend lidwoord
• La fin! 

Ondersteuningsles 1

Les objectifs

Aan het einde van deze les:

• heb ik het ww ''prendre'' herhaald
• heb ik Frans gesproken.
• heb ik geleerd hoe je in het frans de verledentijdsvorm maakt
• Heb ik kennis gemaakt met het delend lidwoord in het frans.

prendre - mes soeurs et moi ...............

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp

Hoe ging het werkwoord AVOIR ook weer?

ai

as

a

avons

avez

ont

prendre - tu ............

Vertaal: Wij hebben gegeten

1. Nous avons mangé
2. Nous mangé
3. Vous mangé
4. Vous avez mangé

prendre - vous ............

Maak de zin compleet:
Ils ...............répondu

1. ont
2. a
3. sont
4. avons

prendre - je ..............

Maak de zin compleet:
Vous avez ...........? (travailler)

1. travaillez
2. travaillé
3. travailler
4. travaillu

Vertaal:
Wij hebben gewerkt.

Passé composé:
zij is gevallen (tomber)

1. elle est tombé
2. elle est tombée
3. elle a tombé
4. elle a tombée

........est le pays le plus peuplé du monde?

1. quels
2. quelle
3. quel
4. quelles

Passé composé

faire	j'ai
être	il a
avoir	on a
vouloir	nous avons
Prendre	Vous avez

IIIb. Voltooid deelwoord (onregelmatige)

fait

été

eu

voulu

pris

............... est ton jean préféré?

1. quels
2. quelles
3. quel
4. quelle

Nous sommes ______à la maison (rester)

1. resté
2. restés
3. restée
4. restées

matières

1. quel
2. quelles
3. quels
4. quelle

Mes amis ______ (vertrekken)

1. sont partis
2. avons partis
3. sont sortis
4. sont parties

Vertaal:
Ik ben binnengekomen (entrer)

sport

1. quels
2. quelle
3. quel
4. quelles

Vertaal: ik heb gehad

classe

1. quel
2. quels
3. quelles
4. quelle

......... sont tes matières préférées?

1. quel
2. quelle
3. quels
4. quelles

DELEND LIDWOORD

Wanneer gebruik je het delend lidwoord?

Als de hoeveelheid van iets onbekend is, gebruik je een delend lidwoord.

Delend lidwoord

Vormen van het delend lidwoord?

	ev	mv
mnl	du	des
vrl	de la	des
klinker/stomme h	de l'	des

na een ontkenning komt d' of de

Au travail!

• Ga nu zelfstandig aan de slag met je presentatie opdracht of iets anders voor jezelf

La fin!

Les devoirs

Let goed op in de Frans les of er nog iets is wat je niet begrijpt, schrijf dit op en neem het mee naar de ondersteunings les.

Aan het einde van deze les:

• heb ik het ww ''prendre'' herhaald
• heb ik Frans gesproken.
• heb ik geleerd hoe je in het frans de verledentijdsvorm maakt
• Heb ik kennis gemaakt met het delend lidwoord in het frans.