2ha - 16 mars

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui
- so app 1, 2 en 4 
- Grammaire bijv. nw. 
- Conversations....zoek de ww
-  screenfoto mkn en uploaden van de ww uit Conversations tekst 1 en 2, in LUp
- Travail individuel - Carte Orange  
maken app. 5  t/m ex. 16 af  Roman Photo


Slide 2 - Tekstslide

Lever hier de ww in uit Conversation.
Maak een foto/screenshot ervan en upload hier.

Slide 3 - Open vraag

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voorzetsel

Slide 5 - Quizvraag

Welke van onderstaande woorden zijn bijvoeglijk naamwoorden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
lief
B
auto
C
spelen
D
Duitse

Slide 6 - Quizvraag

Het bijvoeglijk naamwoord
Standaard regel: 

Mannelijk enkelvoud: -                                    grand
Vrouwelijk enkelvoud: + e                               grande
Mannelijk meervoud: + s                                 grands
Vrouwelijk meervrouw: + es                           grandes

Slide 7 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 8 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
les amis _____________________
A
américain
B
américaine
C
américains
D
américaines

Slide 9 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
une personne __________________
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
la mer ___________________ (bleu)

Slide 11 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
les filles _______________ (charmant)

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
Laura est _________________ (heureux)

Slide 14 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
La semaine _____________ (dernier)

Slide 15 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
Les mères _________________ (actif)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
la ______________ grand-mère
A
vieux
B
vieille
C
veielle
D
vieilles

Slide 18 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Mon _________________ copain
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal:
J'ai deux (mooie) _________ sœurs.

Slide 20 - Open vraag

Vertaal:
Le prof porte un pantalon (wit) _______

Slide 21 - Open vraag

Vertaal:
La voiture est très (oud) _____________

Slide 22 - Open vraag

Vertaal:
C'est une (lange) _________ route pour aller à Paris.

Slide 23 - Open vraag

mini-
spreekbeurt
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Heb je nog vragen?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide