Adjectives

Good morning!
Ga zitten op je vaste plek en pak blz. 149 erbij
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Good morning!
Ga zitten op je vaste plek en pak blz. 149 erbij

Slide 1 - Tekstslide

Today
  • Recap
  • Goals
  • Grammar
  • Work on your own
  • Goals 

Slide 2 - Tekstslide

Recap
  • What did we do the previous lesson?

Slide 3 - Tekstslide

Goals
At the end of the lesson you:
  • Can use adjectives in a sentence

Slide 4 - Tekstslide

Adjectives

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Je kunt een adjective (bijvoeglijk naamwoord) aan een zin toevoegen. Een adjective zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Je zet ze dan voor het zelfstandig naamwoord.

He watched a funny film.
They bought a lovely dress.
We had a good time.

Slide 7 - Tekstslide

Soms zet je een adjective achter het werkwoord. In dat geval geeft de adjective extra informatie over het onderwerp. 
Dit kan bij werkwoorden zoals to be, look, appear en seem.
  

She looks amazing in my new dress.
I am curious to see that new film.
They seem focussed on their singing careers.

Slide 8 - Tekstslide

My friends have a ... hide-out place.
This ... comedy in set in Los Angeles in 1990.
She is ...! She makes so many jokes.
The ... Harry Potter movies was the best.
romantic
first
hilarious
secret

Slide 9 - Sleepvraag

who
does
what
where
when
my friend
yesterday
drove
her car
in town

Slide 10 - Sleepvraag

who
does
what
where
when
when she was younger
in Hollywood
was
my mom
an actress

Slide 11 - Sleepvraag

Put in the correct order
her bike
to school
drove
Sandra
last Saturday

Slide 12 - Sleepvraag

Type the number where the adjective belongs:
She was (1) a (2) model (3) when she was (4) younger. (beautiful)

Slide 13 - Open vraag

Type the number where the adjective belongs:
(1) Ben is (2) baby (3).
((an) adorable)

Slide 14 - Open vraag

Work on your own
What? exercise 29 t/m 33
How? Use p. 148
Help? Raise your hand
Time? 15 minutes
Done? Exercise 34

Slide 15 - Tekstslide