6-6-2024

Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.

Slide 1 - Tekstslide

Zürich

Slide 2 - Tekstslide

Der Unterrichtplan

- Rückblick 
Hausaufgaben: 
-Lektion 4: 1, 2, 5
 -Lektion 5: 7, 10, (12) machen. 
-Wiederholung Grammatik 
- Evaluation. 







 

Slide 3 - Tekstslide

Die Lernziele

- je kunt het juiste Duitse voorzetsel gebruiken voor 'naar' en bij. 

- je kunt het lidwoord en bezittelijke voornaamwoord in de juiste naamval zetten. 

- je kunt het werkwoord 'werden' juist toepassen







 

Slide 4 - Tekstslide



Hausaufgaben: Lektion 4: 1, 2, 5
Lektion 5: 7, 10, (12) kontrollieren. 
 

Slide 5 - Tekstslide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
Werden
werden
werdet
wirst
werde
wird
werden

Slide 6 - Sleepvraag

Vul de goede vervoeging van "werden" in.
Ich ...
A
wird
B
werde
C
werd
D
word

Slide 7 - Quizvraag

Vul de goede vervoeging van "werden" in.
Du ...
A
wird
B
werst
C
worst
D
wirst

Slide 8 - Quizvraag

Werkwoord "werden".
Wir ...
A
worden
B
werden
C
wurden
D
wirden

Slide 9 - Quizvraag

Werkwoord "werden".
Meine Schwester ... fünfzehn Jahre alt.
A
wirdt
B
werdet
C
wirst
D
wird

Slide 10 - Quizvraag

Werkwoorden "werden".
Peter und Paul, ihr ........ noch von mir hören!
A
werdt
B
wirdet
C
werdet
D
werden

Slide 11 - Quizvraag

Einstein, wann ...... du mal vernünftig (verstandig).
A
wirst
B
werdest
C
wird
D
werdst

Slide 12 - Quizvraag

Heinz und Hermann ...... morgen kommen.
A
wirden
B
werden
C
wurden
D
worden

Slide 13 - Quizvraag

Wir ....... das schaffen.
A
worden
B
wirden
C
werdet
D
werden

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Meine Eltern fliegen ... (naar Turkije)
A
nach Türkei
B
nach der Türkei
C
in Türkei
D
in die Türkei

Slide 16 - Quizvraag

Wir fahren ... (naar Duitsland)
A
zu Deutschland
B
nach Deutschland
C
zur Deutschland
D
nach dem Deutschland

Slide 17 - Quizvraag

Seine Großeltern fahren mit dem Zug ... (naar Nederland)
A
in die Niederlande
B
nach die Niederlanden
C
in Niederlanden
D
nach Niederlande

Slide 18 - Quizvraag

Wir gehen heute Abend ... (naar de bioscoop)?
A
nach dem
B
in dem
C
in das
D
zu dem

Slide 19 - Quizvraag

uit welke woorden bestaat de samentrekking 'zur' in het Duits?

Slide 20 - Open vraag

in
nach
zu
in
... die Disko
... Hause
...meiner
Tante
... die USA

Slide 21 - Sleepvraag

Ich fahre nach der Schule ... (naar de supermarkt)

Slide 22 - Open vraag

Zij heeft gezien.

Slide 23 - Open vraag

voltooid deelwoord van:
fotografieren

Slide 24 - Open vraag

Ik heb gelopen.

Slide 25 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van arbeiten

Slide 26 - Open vraag

                               



                        Hausaufgaben: Lernen für die                                                  Prüfungswoche. 




Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Ende

Slide 29 - Tekstslide