Herhaling vragen H3

Op welke kenmerken letten de biologen bij de indeling in rijken?
A
Celwand
B
Celkern
C
Bladgroenkorrels
D
Celmembraan
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Op welke kenmerken letten de biologen bij de indeling in rijken?
A
Celwand
B
Celkern
C
Bladgroenkorrels
D
Celmembraan

Slide 1 - Quizvraag

Welke cel kenmerken hebben dieren?
A
Celwand
B
C
Bladgroenkorrels
D
Celkern

Slide 2 - Quizvraag

Welke cel kenmerken hebben planten?
A
Celwand
B
C
Bladgroenkorrels
D
Celkern

Slide 3 - Quizvraag

Welke cel kenmerken hebben schimmels?
A
Celwand
B
C
Bladgroenkorrels
D
Celkern

Slide 4 - Quizvraag

Welke cel kenmerken hebben bacteriën?
A
Celwand
B
C
Bladgroenkorrels
D
Celkern

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer behoren organismen tot dezelfde soort?
A
Als ze nakomelingen krijgen
B
Als ze op elkaar lijken
C
Als ze vruchtbare nakomelingen krijgen
D
Als ze even groot zijn

Slide 6 - Quizvraag

Welke dieren hebben meestal een huisje of schelp als skelet?
A
Neteldieren
B
Weekburger
C
Gewervelde
D
Geleedpotige

Slide 7 - Quizvraag

Waar behoort dit dier bij?
A
weekdieren
B
stekelhuidigen
C
gewervelden
D
geleedpotigen

Slide 8 - Quizvraag

Heeft een lieveheersbeestje
een inwendig of uitwendig skelet?
A
inwendig
B
uitwendig

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heten de kleine stukjes
van de poten van geleedpotigen
A
Pantser
B
Segmenten
C
Leden
D
Achterlijf

Slide 10 - Quizvraag

Bij een vlieg bestaat alleen het achterlijf uit segmenten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Sporenplanten hebben bloemen
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 12 - Quizvraag

Zaadplanten hebben bloemen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Zaadplanten hebben vruchten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Hoe planten sporenplanten zich voort?
A
Door zaden
B
Door bestuiving
C
Door sporen

Slide 15 - Quizvraag

paddenstoelen zijn meercellige schimmels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Gisten zijn
A
Bacteriën
B
Eencellige schimmels
C
Meercellige schimmels
D
Meercellige bacteriën

Slide 17 - Quizvraag

schimmeldraden zijn meercellig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Hoe planten schimmels zich voort
A
Niet
B
Door te paren
C
Door celdeling en sporen

Slide 19 - Quizvraag

Schimmels kunnen zich voeden met dode resten van planten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Bacteriën zijn
A
eencellig
B
meercellig
C
eencellig en meercellig

Slide 21 - Quizvraag

Bacteriën zijn zowel nuttig als schadelijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag