Klas 3 les 11 schooljaar 2024-2025

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Startopdracht: Vertaal de dikgedrukte woorden naar het Nederlands. 

1. 

2. 

3.

4.

5.

6.

7.

8.

2025

Afronden klas 3 + voorbereiden jaar 4 

- Schrijfvaardigheid = SE

- Leesvaardigheid = SE + CE

- Luistervaardigheid = meting

- woordenschat + grammatica

Programm: 

Wortschatz I 

Wortschatz II

Examentraining = Lesen

Lesetext 

Höraufgabe

Aufgaben im Buch machen 

Examentraining 

In de voorbereiding op het laatste SE en alvast het eindexamen (CE) is het van belang om regelmatig te oefenen met leesvaardigheid. 

We oefenen dit op verschillende manieren en stapsgewijs. 

Vandaag beginnen wij met het vertalen van belangrijke woorden, daarna lezen wij samen alinea voor alinea en zoeken het juiste antwoord. 

Wortschatz: schrijf de woorden in jouw schrift 

1) die Hundeschule        8) genießen 

2) die Manieren               9) das Frauchen 

3) beibrengen                 10) das Schweinchen 

4) Tiergeschäft                11) die Spaziergänge 

5) der Abschluss             12) fröhlich 
6) das Diplom                 13) grunzen 

7) das Erfolg                   

Antwoorden: 

1) de hondeschool                 8) genieten 

2) de manieren                       9) het vrouwtje (baasje) 

3) bijbrengen (=leren)            10) het zwijntje

4) dierenwinkel                      11) de wandeling 

5) de afsluiting                       12) vrolijk
6) het diploma                        13) knorren 

7) het succes                        

Im Schweinsgalopp zum Hunde-Diplom

Vandaag lezen wij een tekst over een hulpvarkentje. 

Bij deze tekst horen 5 ABC vragen.

De volgorde voor het beantwoorden van een meerkeuze vraag is als volgt:

1. lees de vraag

2. lees de alinea 

3. kies het beste antwoord

Geef je antwoorden: 

Doe het zo: 

19= 

20= 

21= 

22= 

23= 

Vraag 19 

19 “Kein Wunder” (alinea 1)

 Wat is er niet zo vreemd?

A Dat Porky door iedereen bewonderd wordt.

B Dat Porky op straat uitgelaten wordt.

C Dat Porky zich zo goed gedraagt. 

Vraag 20 

Hoe is Jenny in het bezit gekomen van Porky? (alinea 2)

A Ze heeft hem gekocht in een winkel.

B Ze heeft hem gekregen van een dierentuin.

C Ze heeft hem gevonden in het park.

Vraag 21: 

21 Wat doen Jenny en Porky volgens alinea 2 het liefst?

A knuffelen

B stoeien

C wandelen

Vraag 22

 22 Waarom is Jenny zo trots op Porky? (alinea 3)

A Omdat hij een diploma heeft gehaald.

B Omdat hij zo grappig is.

C Omdat hij zonder riem niet wegloopt. 

Vraag 23

23 Hoe reageert Porky als hij door Jenny gekriebeld wordt? (alinea 4)

A Hij kruipt tegen haar aan.

B Hij kwispelt met zijn staartje

C Hij maakt tevreden geluidjes.

D Hij valt in slaap. 

Hoeveel had jij er goed? 

Noteer op je wisbordje en laat zien in...

3..2..1

Oefenen met (kijk)- en luisteren. 

1 kort fragmenten 

Je krijgt het de fragmenten één of twee keer te horen.  

De vragen zijn altijd op volgorde. 

Kies welke uitspraak met het fragment overeenkomt.

ABC 

Babysitten

Fragment 1; babysitten

Dit fragment wordt maar één keer afgespeeld en stopt tussendoor niet.

De vragen zijn wel op volgorde. 

Lees nu eerst de vragen  

Geen maak- en leerwerk i.v.m. de SE week. 

Veel succes met de voorbereiding hierop!