OB Fictie fictie/nonfictie + oef

Fictie en non-fictie
realistische en niet- realistisch

herhaling

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Fictie en non-fictie
realistische en niet- realistisch

herhaling

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen:
Je weet het verschil tussen fictie en non-fictie en je kunt voorbeelden geven. Je weet wanneer een tekst realistisch is en wanneer niet.



Slide 2 - Tekstslide

voorbeelden van non-fictie

Slide 3 - Woordweb

voorbeelden van fictie

Slide 4 - Woordweb

Fictie = ?

Slide 5 - Open vraag

Non- fictie =?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Waaraan zie je dat dit niet -realistisch is?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Waaraan zie je dat dit realistisch is?

Slide 10 - Open vraag


A
fictie
B
non-fictie

Slide 11 - Quizvraag


A
fictie
B
non fictie

Slide 12 - Quizvraag

Realistisch of niet realistisch?
A
Realistisch
B
Niet realistisch

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Geef 3 voorbeelden waarom dit fragment realistisch is

Slide 15 - Open vraag

Is zwartboek fictie of non-fictie
A
fictie
B
non-fictie

Slide 16 - Quizvraag


A
fictie
B
non fictie

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

De Hunger Games is fictie en niet-realistisch. Geef 3 voorbeelden van
niet-realistisch die je in de trailer zag

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag!
Verder werken in NUMO
-spelling - sprongtoets af!

Slide 20 - Tekstslide