Hoofdstuk 14.4 Veiligheid in het verkeer

H14: Kracht en beweging


  • § 14.1 Eenparige beweging
  • § 14.2 Versnellen en vertragen
  • § 14.3 Aandrijven en tegenwerken

  • § 14.4 Veiligheid in het verkeer
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H14: Kracht en beweging


  • § 14.1 Eenparige beweging
  • § 14.2 Versnellen en vertragen
  • § 14.3 Aandrijven en tegenwerken

  • § 14.4 Veiligheid in het verkeer

Slide 1 - Tekstslide

Veiligheid in het verkeer
§4

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Huiswerk controle
  2. Voorkennis/Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Huiswerk 
  6. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Slide 4 - Woordweb

Terugblik
  1. Je kunt aandrijfkrachten en tegenwerkende krachten op een bewegend voorwerp onderscheiden.
  2. Je kunt de nettokracht samenstellen van krachten die langs een lijn werken.
  3. Je kunt de soort beweging van een voorwerp beredeneren aan de hand van de nettokracht die op dat voorwerp werkt.
  4. Je kunt het begrip traagheid beschrijven.

Slide 5 - Tekstslide

14.4 Leerdoelen
  1. Je kunt de stopafstand van een rijdend voertuig berekenen.
  2. Je kunt een aantal situaties benoemen die belangrijk zijn bij de keuze van een veilige snelheid.
  3. Je kunt de werking van een aantal constructies in voertuigen beschrijven die de negatieve effecten van een botsing verminderen.

Slide 6 - Tekstslide

De stopafstand berekenen
Reactietijd:
Tijdsduur tussen het zien van een gevaar en het volledig intrappen van de rem.
Reactie-afstand:
Afstand die een auto aflegt tijdens de reactietijd, als de rem nog niet is ingetrapt.
Remweg:
Afstand die een auto aflegt vanaf het intrappen van de rem totdat hij stilstaat.




Slide 7 - Tekstslide

De reactieafstand en de remweg samen noem je de stopafstand.

STOPAFSTAND= REACTIEAFSTAND + REMWEG  

Slide 8 - Tekstslide

De stopafstand is groter als de snelheid groter is.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht
In afbeelding 2 zie je het (v,t)-diagram van een auto die met 54 km/h een zebrapad nadert. 
Op t = 0 s ziet de bestuurder iemand het zebrapad oplopen. Op t = 0,8 s begint hij te remmen en op t = 3,8 s komt hij tot stilstand.
Bereken de stopafstand.

1 Bereken de reactie-afstand:

Slide 10 - Tekstslide

  • 1 Bereken de reactie-afstand:
  • gegevens
  • v = 15 m/s
  • t = 0,8 s
  • gevraagd
  • s = ? m
  • uitwerking
  • s = v ∙ t = 15 × 0,8 = 12 m
  • 2 Bereken de remweg:
  • gegevens
  • vb = 15 m/s
  • ve = 0 m/s
  • t = 3,8 – 0,8 = 3,0 s
  • gevraagd
  • s = ? m
  • uitwerking
  • vgem= (vb+ve)/2= (15+0)/2=
  •  = 7,5 m/s
  • s = vgem ∙ t = 7,5 × 3,0 = 22,5 m
  • 3 Bereken de stopafstand:
  • gegevens
  • reactie-afstand = 12 m
  • remweg = 22,5 m
  • gevraagd
  • stopafstand = ? m
  • uitwerking: 
  • stopafstand = reactie-afstand + remweg = 12 + 22,5 = 34,5 m
  • De auto komt na 34,5 m tot stilstand.









Slide 11 - Tekstslide

Veiligheid in het verkeer
Waar dien je allemaal rekening mee te houden?

  • Een veilige snelheid kiezen
  • Het soort weg
  • Het overige verkeer
  • Het weer
  • Bijzondere omstandigheden

Slide 12 - Tekstslide

Kreukelzone
Bij een botsing wordt als eerste de kreukelzone ingedeukt.

Dit kost veel kracht en remt daarom het voorwerp af.

Slide 13 - Tekstslide

Kreukelzone en botsen

Door de kreukelzone krijg je een langere remweg.
Daardoor duurt de botsing langer 

Slide 14 - Tekstslide

De kooiconstructie
Voorkomt dat de hele auto in elkaar kreukelt

Slide 15 - Tekstslide

Kooiconstructie en kreukelzone

Slide 16 - Tekstslide

Veiligheidsgordels en airbags
  • Veel auto’s zijn voorzien van airbags. 
  • Dit zijn kussens die bij een botsing   automatisch worden opgeblazen. 
  • Zo’n airbag heeft dezelfde functie als een   veiligheidsgordel. 
  • Hij moet de inzittenden zo geleidelijk   mogelijk afremmen en de afremmende   krachten zo goed mogelijk over het lichaam   verdelen.
  • Een airbag is daar erg geschikt voor, omdat   hij groot is en meegeeft.

Slide 17 - Tekstslide

Veiligheidshelm en hoofdsteun
  • Het hoofd en de nek moeten extra worden   beschermd. Daarom draag je een   veiligheidshelm als je op een scooter of een   motor rijdt.
  • De binnenkant van de helm is gemaakt van een   zacht, schokdempend materiaal. Dit materiaal   heeft dezelfde functie als de kreukelzone van   een auto.
  • In auto’s zit een hoofdsteun. Deze beschermt je   hoofd en je nek als je van achteren wordt   aangereden. Zonder hoofdsteun zou je hoofd   hard naar achteren klappen. 

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Basis:
Maken opdrachten paragraaf 12.4

Kader:
Maken opdrachten van paragraaf 14.4 

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting: we weten.................
  1. Je kunt de stopafstand van een rijdend voertuig berekenen.
  2. Je kunt een aantal situaties benoemen die belangrijk zijn bij de keuze van een veilige snelheid.
  3. Je kunt de werking van een aantal constructies in voertuigen beschrijven die de negatieve effecten van een botsing verminderen.

Slide 20 - Tekstslide

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 21 - Woordweb

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 22 - Woordweb