In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Programma
-Formatieve toets bespreken
-Oefenen met bloedsomloop
Slide 1 - Tekstslide
Onderdeel A heeft geen celkern (1p)
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
De kransader vervoert zuurstofrijk bloed naar de hartspier (1p)
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Gebruik afbeelding 2, hier zijn de kleppen in het hart in verschillende standen getekend (open of dicht). Op welk van deze tekeningen zijn de standen van de kleppen weergegeven zoals die tijdens de normale hartwerking kunnen voorkomen? (1p)
A
In tekening 1 en 2
B
In tekening 1 en 3
C
In tekening 2 en 3
D
In tekening 2 en 4
Slide 4 - Quizvraag
Bij het vaccineren tegen corona, maakt het lichaam antistoffen tegen de ziekteverwekker. 1) Welke bloedcellen maken deze antistoffen? 2) Is hier sprake en natuurlijke immuniteit of kunstmatige immuniteit? (1p)
A
1) Witte bloedcellen
2) Natuurlijk immuniteit
B
1) Bloedplaatjes
2) Natuurlijke immuniteit
C
1) Witte bloedcellen
2) Kunstmatige immuniteit
D
1) Bloedplaatjes
2) Kunstmatige immuniteit
Slide 5 - Quizvraag
Links zie je het hart van Tom. Hij werd geboren zonder aortakleppen. Deze moesten meteen door een chirurg geplaatst worden. Met welke letter worden de nieuw geplaatste kleppen van Tom aangegeven? (1p)
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 6 - Quizvraag
Het bloed stroomt van een armspier via de longen weer terug naar dezelfde armspier. Het bloed gaat daarbij minstens tweemaal door het hart. Door welke delen van het hart stroomt het bloed hierbij achtereenvolgens? (1p)
Jongeren (<24 jaar) zijn extra gevoelig voor de werking van alcohol. Noem 2 negatieve gevolgen van alcohol die specifiek op jongeren van toepassing zijn. (2p)
Slide 8 - Open vraag
Mensen worden nu ingeënt tegen het corona virus. Wetenschappers zijn bang dat het virus zich dusdanig aanpast dat het vaccin niet meer werkt tegen een 'nieuwe variant'. Leg uit waarom het vaccin niet meer werkt als het virus zich teveel heeft aangepast. Gebruik minimaal 1 biologische term die je hebt geleerd. (2p)
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Video
02:09
Bloed stroomt van de boezems, altijd naar ................
A
de longslagader
B
de longader
C
de kamers
D
de aorta
Slide 11 - Quizvraag
02:39
Bloed wordt uit de linkerkamer gepompt, en stroomt via de aorta naar.....
A
de longen
B
de rest van de organen
Slide 12 - Quizvraag
03:33
Hoe noem je bloedvat 5 in dit filmpje?
A
bovenste holle ader
B
longader
C
longslagader
D
aorta
Slide 13 - Quizvraag
05:06
In welke volgorde gaat deze bloedcel door het hart?