KWT H5 - 3GTL

Hoofdstuk 5
Is er werk voor jou?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Is er werk voor jou?

Slide 1 - Tekstslide

Wat voor reden kun je hebben om te werken?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wie maken de cao-afspraken?
A
Werknemers
B
Werkgevers
C
Vakbonden
D
Organisaties van werkgevers.

Slide 5 - Quizvraag

Voor wie geldt de cao?
A
Werknemers
B
Werkgevers
C
Werknemers + werkgevers
D
Vakbonden

Slide 6 - Quizvraag

Een baan zonder einddatum =
A
een deeltijdbaan
B
een voltijdbaan
C
een tijdelijke baan
D
een vaste baan

Slide 7 - Quizvraag

Wat komt op jouw bankrekening te staan?
A
Brutoloon
B
Nettoloon
C
Sociale premies
D
Loonbelasting

Slide 8 - Quizvraag

Het nettoloon is het brutoloon min
A
BTW + premies
B
Sociale premies + loonbelasting
C
Loonbelasting
D
Heffingskortingen

Slide 9 - Quizvraag

Wat doet de overheid met de ontvangen sociale premies?

Slide 10 - Open vraag

Wat doet de overheid met de ontvangen (loon)belasting?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Julia werkt fulltime in de zorg (36 uur). Ze verdiend €2.456 per maand. Bereken haar uurloon.

Slide 14 - Open vraag

Hanne werkt 25 uur per week en verdiend €1.876 per maand. Ze wil 30 uur gaan werken. Bereken hoeveel ze per maand gaat verdienen wanneer ze meer gaat werken.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Deze meneer is werkzaam in de ...
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 17 - Quizvraag


Deze meneer is werkzaam in de ...
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 18 - Quizvraag

Deze mensen zijn werkzaam in de ...
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Deze ondernemingsvorm heeft altijd maar één eigenaar.
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
NV

Slide 21 - Quizvraag

Wat is geen ondernemingsvorm?
A
BV
B
Eenmanszaak
C
ZZP-er
D
VOF

Slide 22 - Quizvraag


Bij welke ondernemingsvormen ben je privé aansprakelijk ?
A
nv, bv
B
eenmanzaak, BV
C
bv, vof
D
eenmanszaak, vof

Slide 23 - Quizvraag

De ondernemingsvorm VOF staat voor:
A
Vennootschap onder financiën
B
Vereniging onder firma
C
Vennootschap over firma
D
Vennootschap onder firma

Slide 24 - Quizvraag

Welke ondernemingsvormen hebben aandeelhouders?
A
Eenmanszaak en VOF
B
BV en NV
C
Alleen BV
D
Alleen NV

Slide 25 - Quizvraag

Welke ondernemingsvorm is privé aansprakelijk?
A
Alleen bij een NV
B
Alleen bij een BV
C
Alleen bij een VOF
D
Bij een eenmanszaak en VOF

Slide 26 - Quizvraag

Bij deze ondernemingsvormen wordt inkomstenbelasting betaald.
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
NV

Slide 27 - Quizvraag

Welke ondernemingsvorm heeft de ING?
A
besloten vennootschap
B
eenmanszaak
C
naamloze vennootschap
D
vennootschap onder firma

Slide 28 - Quizvraag

Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
NV
D
BV

Slide 29 - Quizvraag