3.1 een huis vinden
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Een bedrijf dat huizen verhuurt, noemen we een ...
Slide 2 - Open vraag
Op welke twee dingen moet je letten als je een huurhuis zoekt?
A
de huur en de plaats
B
de regels van de woningbouwvereniging en jouw woonwensen
C
de huurtoeslag en het inschrijfgeld
Slide 3 - Quizvraag
Waar kun je een huurhuis vinden?
A
bij de bank
B
bij de Belastingdienst
C
op de website van een woningbouwvereniging
D
bij de notaris
Slide 4 - Quizvraag
Geld dat je krijgt van de Belastingdienst voor de huur,
noemen we ...
noemen we ...
Slide 5 - Open vraag
Hoe noemen we de man of vrouw die je kan helpen bij het zoeken van een huis?
Slide 6 - Open vraag
Een hypotheek is geld dat je geeft aan de bank.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Waar ga je naar toe om een koopcontract te tekenen?
Slide 8 - Open vraag
Je doet een bod.
Dat betekent:
Dat betekent:
A
Je vraagt hoeveel het huis kost.
B
De verkoper zegt wat de prijs is van het huis.
C
Je zegt hoeveel jij wilt betalen voor het huis.
D
Je praat met de verkoper.
Slide 9 - Quizvraag
Welke twee dingen betaal je aan de bank als je een koophuis hebt?
