Semaine 10

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

V4, semaine 10, 3e cours

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les...

• weet ik de leerstof voor het SE.
• ken ik het bezittelijk voornaamwoord in het Frans en kan ik deze toepassen in Franse zinnen. 

Activités en cours

• Vocabulaire: à Paris, au métro 
• Leerstof SE-week
• Grammaire: les possessifs
• Exercices en ligne
• Parler: à Paris, au métro exercice 32 + 33

Traduis N-F:
aangenaam

1. agréable
2. bien
3. bon
4. ennuyeux

Traduis N-F:
de richting

1. la règle
2. le règle
3. la direction
4. le direction

Traduis N-F:
moeilijk

1. facile
2. facille
3. difficille
4. difficile

Traduis N-F:
ingewikkeld

1. obligatoire
2. désagréable
3. compter
4. compliqué

Traduis N-F:
rechts afslaan

1. tourner de droite
2. tourner à droite
3. tourner de gauche
4. tourner à gauche

Traduis N-F:
lopen

Traduis N-F:
oversteken

Traduis N-F:
lijn drie nemen

Traduis N-F:
het kruispunt

Traduis N-F:
een kwartier

le 22 novembre: examen chapitre 1 +2 

Chapitre 1:

• regelmatige werkwoorden op -er / -ir / -re in de présent, imparfait en passé composé.
• Être, avoir, aller en faire in de présent, imparfait en passé composé.
• Alle woorden en zinnen van de pages jaunes van links naar rechts.

le 22 novembre: examen chapitre 1 +2 

Chapitre 2:

• Le possessif: niet zelfstandig gebruikt
• Pages jaunes (van links naar rechts):

1. Lire: Les mystères de Paris.
2. Lire: comment devenir Parisien.
3. Parler: À paris, au métro.
4. Parler: le Batonbus

Exercices en ligne

Klik op de link in de volgende dia en maak exercice 1 + 2.

Tu peux les corriger toi-même!

Klaar? Maak opdracht 32 + 33 in D'accord online van 'Parler: à Paris, au métro'. (Opdrachten met vocabulaire) 

www.francepodcasts.com

Les devoirs
Apprends 'Parler: Le Batobus' (p. 35)  N-F 

Fais les exercices 32 + 33