H4.3 - De cultuur van het rijk

4.3 De cultuur van het rijk
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4.3 De cultuur van het rijk

Slide 1 - Tekstslide

4.3 De cultuur van het rijk
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe multicultureel de Romeinse samenleving was (1)

Je weet hoe Romeinen met hun eigen en andere godsdiensten omgingen (1)

Je weet hoe de Grieks-Romeinse cultuur ontstond en werd verspreid (2)

Je begrijpt hoe de Romeinse rechtspraak werkte (2)

Slide 2 - Tekstslide

1.Veel culturen
Multiculturele samenleving: verschillende culturen en achtergronden in het Romeinse Rijk

Taal: westen was Latijn en oosten was Grieks

Romeinse cultuur gemixt met bestaande culturen, zoals aquaducten en basilieken

Rome: Afrikanen, Arabieren, Friezen, Schotten





Slide 3 - Tekstslide

Aquaduct
Basiliek

Slide 4 - Tekstslide

2.Godsdienst
Polytheïstische godsdienst (jullie weten wat dat is :) ) Bijv: Jupiter, Juno en Mars. Romeinse en Griekse goden hebben overeenkomsten

Staatsgodsdienst: bestuurders en ambtenaren moeten dit geloof hebben

Verdraagzaamheid (tolerantie)
Zolang onderdanen de keizer en staatsgoden vereerden, waren andere culturen en meningen toegestaan.


Slide 5 - Tekstslide


Maak vragen 1 tot en met 3 van 4.3 (hw 29 januari)

Slide 6 - Tekstslide

3. Grieks-Romeinse cultuur 
Romeinen waren geïnteresseerd in andere culturen -> vooral in de Griekse cultuur. Na de verovering namen ze veel over.

Hierdoor ontstond een Grieks-Romeinse cultuur: elite leerde Grieks, wetenschap werd overgenomen en de architectuur

Verspreiding Grieks-Romeinse cultuur (antieke  of klassieke cultuur): romanisering 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

4. Romeinse rechtspraak
Romeinen met burgerrechten werden beschermd door wetten

Romeinse wetten werden opgeschreven en golden in het hele rijk. Rechters gaven een straf aan mensen en de jury besliste of iemand wel of niet schuldig was

Nederlands recht is gebaseerd de Romeinse wetten!

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld Romeinse wetten
Als iemand een lied heeft geschreven of gezongen waarin hij een ander beledigt, dan zal hij worden doodgeknuppeld.
 

Als een getuige liegt tijdens een rechtszaak, dan wordt hij van de Tarpeïsche rots (een hoge rots in Rome) gegooid.


Iemand die een ander dwars zit door toverspreuken of duivelse kunsten en hem ziek maakt, is schuldig aan een misdaad en wordt gestraft met de dood.


De ruimte tussen twee gebouwen moet minstens tweeëneenhalve voet zijn.


Een weg die rechtdoor loopt is acht voet breed, een weg die een bocht maakt zestien voet.


Als een slaaf iets van een ander steelt of beschadigt en zijn meester weet dit, dan is de meester zelf aansprakelijk voor de diefstal of de schade.

Slide 10 - Tekstslide



Maak vragen 4 tot en met 7 van 4.3 (hw voor 5 februari)

Slide 11 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Huiswerk bespreken (vraag 4 tot en met 7 van 4.3)
2. We doen gezamenlijk vraag 10 en verdiepingsopdracht 3 van 4.3 (jullie maken het eerste en daarna bespreken we het samen)
3. We herhalen 4.1 tot en met 4.3
4. Je krijgt van mij de antwoorden van 4.1 tot en met 4.3 en je kijkt het huiswerk tot nu toe na als huiswerk voor maandag

Slide 12 - Tekstslide

Gebruik de zes uitspraken (A-F). Noteer de letters van de drie juiste uitspraken.
A Als gevolg van de godsdienstige verdraagzaamheid moesten Romeinse onderdanen de staatsgoden vereren.
B De romanisering van Zuid-Nederland was een oorzaak van de Romeinse expansie.
C De verspreiding van joden in het rijk was een oorzaak van de oorlogen en opstanden tegen Romeinen.
D De vervolging van christenen werd veroorzaakt door hun weigering de staatsgoden te vereren.
E De vrede in het rijk was een gevolg van de stichting van het keizerrijk.
F Er waren veel slaven in het rijk als gevolg van de veroveringen.
A
A, B, C
B
B, C, D
C
D, E, F
D
A, E, F

Slide 13 - Quizvraag

Welke bestuursvorm had het Romeinse Rijk toen er een koning aan de macht was? (Gebruik 1 woord)

Slide 14 - Open vraag