In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
§4.4 De opkomst van de islam
Het geloof
Slide 1 - Tekstslide
Herinnering
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken?
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kan uitleggen:
Wie Mohammed was
Wat de Islam is
Wat de Koran is
Waarom Mekka en Medina belangrijk zijn
Slide 3 - Tekstslide
Voordat je begint
Lees eerst §4.4 t/m 'Mekka en Medina'
Slide 4 - Tekstslide
Filmpje
Het vroege leven van Mohammed
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Veel goden
In de zesde eeuw waren de Arabieren polytheïstisch In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad
Slide 7 - Tekstslide
Een visioen
Mohammed was een handelaar uit Mekka In een visoen vertelde een engel dat er maar één god is: Allah Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn visioen, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren Hij werd de stad uitgejaagd
Slide 8 - Tekstslide
Van Mekka naar Medina
622
Mohammed vlucht naar Medina In Medina woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme) Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers. Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam
Dit noemen we de Hidjra. De vlucht naar Medina is voor de islam zo belangrijk, dat het wordt gebruikt als het begin van de islamitische jaartelling
Profeet = boodschapper van God
Slide 9 - Tekstslide
Terug naar Mekka
630
Met zijn moslims ging Mohammed terug naar Mekka Er werd gevochten en Mohammed won Veel bewoners van Mekka werden toen moslim Bij de Ka’aba mochten mensen alleen nog tot Allah bidden
Om de stad te bevrijden van het verkeerde geloof
Slide 10 - Tekstslide
Wat gebeurt er op de tekening?
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.
Slide 11 - Quizvraag
De islam
Islam betekent: 'onderwerping' (aan Allah) Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن) Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel (Gabriël) aan Mohammed verteld Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen,dit zijn godsdienstige verplichtingen
Slide 12 - Tekstslide
Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
vasten
(ramadan)
رمضان
pelgrimstocht
(hadj)
الحجّ
Slide 13 - Tekstslide
Geloofsbelijdenis (Sjahada)
الشهادة
Om moslim te worden moet je de sjahada uitspreken
Als je dit doet erken je dat Allah jouw god is:
أَشْـهَدُ أَنْ لا إِلـهَ إِلاّ الله ، وَأَشْـهَدُ أَنَّ مُحَمّـداً رَسـولُ الله
asjhadoe ʾan lā ʾilāha ʾillā-llāh, wa asjhadoe anna moeḥammadan rasōēloe-llāh
Ik getuig dat er geen god is naast Allah en dat Mohammad zijn boodschapper is
Slide 14 - Tekstslide
Bidden (Salat)
الصّلاة
Volgens de salat moet elke moslim 5 keer per dag bidden
Hierin wordt Allah bedankt en vereerd
Het gebeurt vaak via vaste regels
Zo moet je bijvoorbeeld altijd richting Mekka bidden (de Ka'aba)
Slide 15 - Tekstslide
Geven aan armen (Zakat)
زكاة
Een goede moslim zorgt voor mensen die het moeilijk hebben
Daarom geven ze geld aan mensen die het minder hebben
Hierdoor doe je ook boete voor je zonden
Wel zo eerlijk: dit moet alleen als je het kan missen
Slide 16 - Tekstslide
Vasten (Ramadan)
رمضان
Tijdens de Ramadan eten en drinken moslims niet overdag
Hierdoor reinigen ze hun lichaam en kunnen ze zich meer richten op het geloof en Allah
Dit gebeurt ieder jaar een maand lang
Tussen zonsopkomst en zondsondergang
Slide 17 - Tekstslide
Pelgrimstocht (Hadj)
الحجّ
Iedere moslim moet één keer in zijn leven naar Mekka
Tijdens deze pelgrimstocht doen ze veel rituelen
De bekendste is rond de Ka'aba lopen
Je moet dit alleen doen als je het ook echt kan
Genoeg geld, goede gezondheid, de reis is veilig, etc.
Slide 18 - Tekstslide
Filmpje
Bekering tot de islam
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de kerk gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden
Slide 21 - Quizvraag
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)
Slide 22 - Quizvraag
Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran
Slide 23 - Sleepvraag
Maak de juiste combinaties
Heilig boek voor moslims
Stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
De god van de moslims
Stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
Mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina
Slide 24 - Sleepvraag
Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben