3.3 Water in droge gebieden



3.3: Water in droge gebieden

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



3.3: Water in droge gebieden

Slide 1 - Tekstslide

Langs de rivier
  • Rivier voert water af
  • Piekafvoer
  • Dijken houden water tegen
  • Rivier legt sedimenten af (slib)
  • Rivier wordt ondieper en dijken hoger

Slide 2 - Tekstslide

Ontbossing 
  • Bomen nemen water op
  • Bomen worden gekapt
  • Minder bomen = minder absorptie 
Gevolg:
  • Meer water in rivier
  • Modderstromen
Oplossing:
  • Herbebossing

Slide 3 - Tekstslide

Bevolkingsgroei 
  • meer mensen
  • meer huizen
  • meer bebouwing 
  • minder natuur
  •  minder infiltratie
  • meer afstroming naar rivieren

Slide 4 - Tekstslide

Voor nu
Huiswerk paragraaf 3.3 blz. 114 t/m 119

Slide 5 - Tekstslide

Stroomgebied
  • Een stroomgebied is ergens waar een rivier zijn water vandaan haalt. Hier zie je een voorbeeld van de Maas die zijn water uit de zee haalt, en op een gegeven moment stroomt het water naar de hoofdrivier.

Slide 6 - Sleepvraag

Waterstress
Als er te weinig water in een gebied is noem je dit waterstress

Dit kan tot conflicten leiden

Slide 7 - Tekstslide

Stuwdam
Door een stuwdam te bouwen kun je meer water vasthouden
Door een stuwdam aan te leggen kan je water vasthouden in een stuwmeer

Slide 8 - Tekstslide

Irrigatie
  • Bij te weinig neerslag wordt op verschillende manier water gegeven aan landbouwgewassen.
  • Grondwater, rivierwater
  • Maar...
  • Is er genoeg water?

Slide 9 - Tekstslide

Je kan ook zout water ontzilten

Dit betekent dat je het zout uit het water haalt, zodat het bruikbaar wordt.

Helaas is dit nog erg duur.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een Aquifer?
  • Een aquifer houd het water diep in de grond het water is vaak en kan niet worden aangevuld. Dus als het water op is kan het niet nog een keer worden gevuld.

Slide 11 - Sleepvraag

AQUIFER

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Maken:
paragraaf 3.3 en 3.4 (blz 68)
Klaar?
leren voor toetsweek

Slide 13 - Tekstslide