In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Nieuwe woorden
Thema 9: Technologie
Slide 1 - Tekstslide
rechtsaf
naar rechts gaan
rechtsaf <---> linksaf
zin: Als u bij het stoplicht rechtsaf gaat, komt u bij de winkels.
Slide 2 - Tekstslide
de reis
je gaat van een plaats naar een andere plaats
zin: We maken een reis van Nederland naar Oslo in Noorwegen.
Slide 3 - Tekstslide
de smartphone
een mobiele telefoon met internet, e-mail en nog veel meer.
zin: Bijna iedereen heeft een smartphone.
Slide 4 - Tekstslide
de toekomst
wat nog komt; over een week, een jaar
zin: Misschien kunnen mensen in de toekomst op vakantie naar de maan.
Slide 5 - Tekstslide
vanaf
het begint bij
zin: Vanaf het station moet je nog 10 minuten lopen.
van boven naar beneden
zin: Vanaf het dak van de flat kun je de hele stad zien.
Slide 6 - Tekstslide
Naar rechts gaan is hetzelfde als.......
A
recht
B
rechtop
C
rechtdoor
D
rechtsaf
Slide 7 - Quizvraag
Maak een zin met het woord : de reis - gebruik minimaal vier woorden - denk aan de hoofdletter en punt
Slide 8 - Open vraag
Schrijf met één zin wat jij 'smart' vindt aan jouw smartphone en waarom!
Ik vind...................................................omdat.......................
Slide 9 - Open vraag
De toekomst is.........................
A
het heden
B
niet het verleden
C
de tijd die nog komt
D
het verleden
Slide 10 - Quizvraag
Maak één zin met het woord 'vanaf'. - Kies 1 betekenis - minimaal vier woorden - let op: hoofdletter en punt, volgorde van de woorden, goede vorm van het werkwoord.