Workshop 1. Niveau A: Ontwerpen en Bouwen. klassikaal
Robotica Niveau A
Workshop 1: Ontwerpen en Bouwen
Workshop 1: Ontwerpen & Bouwen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekBasisschoolGroep 5,6
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Robotica Niveau A
Workshop 1: Ontwerpen en Bouwen
Workshop 1: Ontwerpen & Bouwen
Slide 1 - Tekstslide
Hoi! Welkom bij deze Workshop over Robotica! Wat leuk dat je mee doet! We gaan in deze workshop het lijf van een robot maken!
Wat heb je nodig?
Werkblad Workshop 1 + potlood en gum
Robotonderdelen Workshop 1
Het ontwerpen en in elkaar zetten van jouw eigen robot!
Slide 2 - Tekstslide
Voor deze workshop heb je een aantal dingen nodig.
1) Het werkblad robotica workshop 1 en een potlood en gum.
2) De onderdelen om het lijf van de robot te maken.
Wat heb je nodig?
Werkblad Workshop 1 + potlood en gum
Robotonderdelen Workshop 1
Wat heb je nodig?
Kapje voor de robot
Lijm
Knijpers
Wat ga je doen?
Om te zorgen dat de lijm genoeg tijd heeft om te drogen, beginnen we met het lijmen van het kapje. In de foto's wordt uitgelegd waar je precies moet lijmen en hoe het kapje eruit moet komen te zien.
Slide 3 - Tekstslide
Voor deze workshop heb je een aantal dingen nodig.
1) Het werkblad robotica workshop 1 en een potlood en gum.
2) De onderdelen om het lijf van de robot te maken.
De opdracht
Ontwerp en bouw een robot
Randvoorwaarden:
Hij moet er uitzien als een insect
Hij moet kunnen rijden
Je gaat een robot ontwerpen die kan reageren op licht. Net zoals een insect zal de robot op het licht af gaan. Om dit te kunnen bereiken, moet de robot aan de volgende eisen voldoen:
Wat heb je nodig?
Werkblad voor deze workshop
Potlood & gum
Kleurpotloden en/of stiften
Knutselspullen
Lijm
Eisen:
De robot moet eruit zien als een insect
De robot moet kunnen rijden
Slide 4 - Tekstslide
De opdracht in deze workshop is om een robot te ontwerpen en bouwen. Je mag heel veel zelf bepalen, maar sommige dingen liggen vast. Dat noemen we de randvoorwaarden. In het echt moeten robotontwerpers zich ook aan randvoorwaarden houden. Je moet bijvoorbeeld rekening houden met waar de robot gaat werken: Buiten of binnen of allebei. Moet hij dan tegen regen kunnen of niet? Deze randvoorwaarden staan vaak in de opdracht.
De randvoorwaarden bij jouw opdracht zijn:
Hij moet eruit zien als een insect
Hij moet kunnen rijden
Wat heb je nodig?
Werkblad Workshop 1 + potlood en gum
Robotonderdelen Workshop 1
Slide 5 - Tekstslide
Voor deze workshop heb je een aantal dingen nodig.
1) Het werkblad robotica workshop 1 en een potlood en gum.
2) De onderdelen om het lijf van de robot te maken.
Bouwen deel 1:
Wielen en motor
bevestigen op platform
Kap vouwen
Kap in elkaar lijmen
+ Laat de lijm drogen
Slide 6 - Tekstslide
Je krijgt een platform met wielen en een kap waarmee je de robot kunt bouwen. Dit zijn je basiselementen.
We gaan nu eerst het platform en de kap in elkaar zetten, zodat de lijm op tijd droog is.
Bekijk het filmpje om te zien hoe je dat kunt doen.
Brainstormen
Snel en veel ideeën bedenken,
zonder te zeggen wat je er van vindt
Slide 7 - Tekstslide
We starten het ontwerpproces met brainstormen. Dat is een mooi woord voor snel heel veel ideeen bedenken. Je mag daarbij nog niet zeggen of het een leuk of vreemd idee is, dat komt later.
timer
3:00
robotinsect
Slide 8 - Woordweb
Laten we gaan brainstormen:
Van welk insect zou jij wel een robotversie willen maken? Misschien een insect dat je grappig of griezelig of schattig vindt. Bedenk een aantal opties. Het maakt niet uit of ze leuk of vreemd zijn.
Kom maar op met die ideeen!
Werkblad
Noteer je 3 beste ideeën op je werkblad
Noteer de taak van de robot
Kies nu je beste idee en zet daar een circel omheen
Idee
Taak van de robot
1
Idee A
2
Idee B
3
Idee C
Slide 9 - Tekstslide
Goed zo, lekker veel ideeen!
Nu kies je je drie beste ideeen. Die mag je op je werkblad invullen.
De volgende vraag is: Waar zou je dit robotinsect voor kunnen inzetten? Waar kan hij nuttig voor zijn? Wat is zijn taak?
Zet op je werkblad achter je drie opties wat deze robot kan.
Kies vervolgens je allerbeste idee. Zet daar een circle omheen.
Programma van eisen
Waar moet je robot aan voldoen?
Slide 10 - Tekstslide
We gaan nu het programma van eisen opstellen.
Dat is een lijst waar je robot aan moet voldoen.
Er staat bijvoorbeeld in hoe hij er precies uit moet zien.
Ideeëntabel
Voorbeeld
Hier komt jou idee
Hoe ziet hij er uit?
schattig
Voortbewegen met?
poten en vleugels
Kleur
rood
Pakt eten met?
tong
Zintuigen (voelen, horen, zien, ruiken, proeven)?
voelspriet
Slide 11 - Tekstslide
Hier zie je een ideeëntabel. Je kunt hierin noteren hoe je wilt dat je robot er precies uitziet.
Je mag nu zelf de ideeëntabel aanvullen met je eigen antwoorden op de vragen.
Je mag dat doen op je werkblad.
Ontwerp uitwerken
Teken je robot als geheel
Slide 12 - Tekstslide
Je hebt nu een heel goed idee hoe je robot er uit gaat zien.
Je mag nu op je werkblad je robot als een geheel tekenen.
Bouwen deel 2:
Maak onderdelen
Versier de kap en
andere onderdelen
Lijm de onderdelen
+ laat de lijm drogen
Slide 13 - Tekstslide
We gaan nu verder met bouwen.
Maak de onderdelen die je nodig hebt zoals een kop, poten, vleugels, enz.
Je mag de kap en ander onderdelen versieren.
Daarna ga je het platform verder in elkaar zetten.
Bekijk het filmpje hoe je dat het beste kunt doen.
deegroller
zwenkwiel
kogelwiel
Wielen
Slide 14 - Tekstslide
Wielen zijn overal. Er zitten wielen aan auto’s en fietsen. Ook in een ventilator zit een wiel. Zelfs een deegroller is een wiel. In het midden van een wiel zit een as. We noemen dit ook wel de spil.
Naast het gewone wiel heb je ook andere soorten wielen zoals het zwenkwiel en het kogelwiel. Zwenkwielen zie je vaak onder koffers en winkelwagentjes. Kogelwieltjes worden vaak in meubels gebruikt maar ook in robots.
Tip voor de leerkracht: wijs het kogelwiel en het zwenkwiel duidelijk aan.
Het fietswiel
Het kogelwiel
Het zwenkwiel
Slide 15 - Sleepvraag
Een vraag voor jou:
In welk plaatje zie je het fietswiel?
In welk plaatje het zwenkwiel en in welk plaatje het kogelwiel?
Sleep het juiste plaatje naar het juiste vakje.
Proefje
Over weerstand en wielen
Slide 16 - Tekstslide
Met wielen verplaats je dingen makkelijker. Je kunt zware dingen op wielen laten rollen. Met een step verplaats je jezelf.
Als twee dingen langs elkaar schuiven, ontstaat er wrijving. We noemen dit ook wel weerstand. Door wrijving bewegen dingen moeilijker. Duw maar eens een doos over een ruwe vloer: dat gaat moeilijk.
Je kunt het zelf ervaren door het proefje te doen. In de video doen we het proefje voor.
Stabiliteit en Weerstand
Nuna 11
Slide 17 - Tekstslide
Wielen zorgen er voor dat je iets kunt verplaatsen zonder dat het heel veel energie kost. De wrijving of weerstand is dan minder.
Toch zorgen wielen nog steeds voor weerstand. Wil je heel zuinig rijden, dan kun je dus het beste zo min mogelijk wielen gebruiken. Dat is ook de reden dat de zonneauto Nuna 11 van de TU Delft maar 3 wielen heeft.
Een nadeel van maar 3 wielen is dat je niet zo stabiel bent. Vrachtauto’s kunnen soms wel 10 wielen hebben, dat zorgt ervoor dat ze veel gewicht kunnen vervoeren en dat ze heel stabiel zijn.
Toch kan je ook met 3 wielen zorgen voor een stabiel voertuig, als je er goed op let waar je de wielen plaatst en hoe je het gewicht over je voertuig verdeelt.
We gaan nu een kleine quizz doen.
Waarom heeft een auto geen 2 maar 4 wielen?
A
Dan kan de auto sneller rijden.
B
Voor de stabiliteit. Anders kiept hij om.
C
Dan kan de auto beter sturen.
D
Dat moet van de politie
Slide 18 - Quizvraag
Een fiets heeft meestal 2 wielen. Een auto heeft meestal 4 wielen.
Waarom heeft een auto geen 2 maar 4 wielen?
De zonneauto Nuna 11 van de TU Delft heeft 3 wielen. Wat is het voordeel?
A
Minder banden nodig en dat is goedkoper.
B
Dat is veiliger.
C
Minder weerstand en dat is zuiniger.
D
Dat ziet er stoer uit.
Slide 19 - Quizvraag
De zonneauto Nuna 11 van de TU Delft heeft maar 3 wielen. Wat is het voordeel?
Jouw robot krijgt ook 3 wielen. Waar moet je dan goed op letten als je je robotinsect gaat bouwen?
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Antwoord: Stabiliteit
Hoe zorg je daar dan voor?
1) Door het gewicht van de motoren en de batterij goed te verdelen.
2) Door de wielen op de juiste plek te plaatsen.
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bouwen deel 3:
Kap op platform plaatsen
Slide 22 - Tekstslide
Je kap en de andere onderdelen die je versierd hebt zullen nu droog zijn.
Nu kun je de kap op het platform plaatsen.
Bekijk de video als je instructies wilt voor het bouwen.
Tot slot
Schrijf je naam op de onderkant van de robot
en
je bent helemaal klaar voor workshop 2!
In workshop 2 ga je de electronica in de robot bouwen.