3A 4.4 Zwanger worden

Startopdracht
Beantwoord de volgende vraag in je schrift:
1. Wat is de ovulatie?
2. Hoeveel dagen duurt de menstruatiecyclus?
2. Rondom welke dag van de cyclus is de kans op bevruchting het grootst?


 
 



1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Beantwoord de volgende vraag in je schrift:
1. Wat is de ovulatie?
2. Hoeveel dagen duurt de menstruatiecyclus?
2. Rondom welke dag van de cyclus is de kans op bevruchting het grootst?


 
 



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Beantwoord de volgende vraag in je schrift:
1. Wat is de ovulatie?
2. Hoeveel dagen duurt de menstruatiecyclus?
2. Rondom welke dag van de cyclus is de kans op bevruchting het grootst?


 
 



Antwoorden

1. De eisprong
2. 28 dagen
2. dag 14 (= ovulatie)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kom je in de puberteit?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 4 --> Zwanger worden
  • Video de bevruchting --> 8 minuten
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 4 voortplanting
  • 4.1 Geslachtsorganen deel 1
  • 4.2 Puberteit
  • 4.3 Vruchtbaar worden 
  • 4.4 Zwanger worden
  • 4.5 Seksualiteit  
  • 4.6 Veilige seks
  • 4.7 Meer voorbehoedsmiddelen
  • 4.8 De geboorte

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 4.4
  • Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen
  • Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij een mens verloopt
  • Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt
  • Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwanger worden

De eicel moet bevrucht worden door de zaadcel

Kern zaadcel moet samen smelten met kerneicel

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vruchtbare moment
  • De eicel komt vrij in één van de eileiders (ovulatie) 
  • De zaadcellen komen achterin de vagina terecht
  • De zaadcellen zwemmen door de baarmoeder richting beide eileiders
  • Eén zaadcel kan de eicel bevruchten (in de eileider)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bevruchting
Een kern van een zaadcel versmelt met de kern van een eicel, 
dit vindt plaats in de eileider.

Innestelling: na ongeveer 6 dagen zet het bolletje cellen zich vast in het dikke baarmoederslijmvlies. Dan is de vrouw zwanger.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwangerschap
0-8 weken: Embryo
8 weken tot geboorte: Foetus

Voeding: 
- Baarmoederslijmvlies (embryo)
- Placenta of moederkoek (foetus)
--> via de navelstreng

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Placenta
Op de plaats waar embryo is ingenesteld groeit de placenta/moederkoek. In de placenta zitten haarvaten (hele dunne bloedvaten waar gaswisseling plaats kan vinden).

Vruchtwater en vruchtvliezen beschermen het ongeboren kind.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vruchtvliezen 
Vruchtwater

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prenataal onderzoek
  • 8-12 weken: Echo: Bepalen hoe lang de vrouw zwanger is
  • Vanaf 10 weken: NIPT-test (niet invasieve prenatale test) -->  bloedonderzoek (DNA kind) op DNA afwijkingen.
  • 13 weken --> echo voor onderzoek naar afwijkingen aan hart, hersenen, organen en ledematen
  • 20 weken --> echo (check) en geslacht kan worden bepaald

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Lezen 4.4
Maken opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 11





Slide 23 - Tekstslide

Klaar: puzzel laten maken
De menstruatie cyclus van de vrouw duurt +- 28 dagen, rondom welke dag is de kans op bevruchting het grootst?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet een vrouwelijke geslachtscel? En hoe heet een mannelijke geslachtscel?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies