Les 38

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen vandaag....

- terugblik

- lesdoel

- uitleg les 38

- zelfstandig aan het werk

       Terugblik

Waar bestaat de tekstopbouw uit?

Dit weet je al.

Welke zin hoort bij welk tekstdeel. Kies steeds uit: inleiding - kern - slot.

1. Hier wordt de tekst afgerond.

1. inleiding
2. kern
3. slot

Dit weet je al.

Welke zin hoort bij welk tekstdeel. Kies steeds uit: inleiding - kern - slot.

2. Hier wordt kort het onderwerp genoemd.

1. inleiding
2. kern
3. slot

Dit weet je al.

Welke zin hoort bij welk tekstdeel. Kies steeds uit: inleiding - kern - slot.

3. Hier staat meer informatie over het onderwerp.

1. inleiding
2. kern
3. slot

Lees tekst 1 en 2 nauwkeurig. (klik op het plaatje om te vergroten) Het zijn fragmenten uit twee verschillende teksten.

Wat is het onderwerp van beide teksten?

1. boswachter Richard
2. overnachten in het bos
3. zwervers in het bos

Nogmaals tekst 1 en 2.

Welke antwoord is juist.

1. tekst 1 is een inleiding tekst 2 is een kern
2. tekst 1 is een kern tekst 2 is een slot
3. tekst 1 is een slot tekst 2 is een inleiding
4. tekst 1 is een inleiding tekst 2 is een slot

Tekstopbouw

inleiding	onderwerp, aandacht trekken
kern	uitwerking onderwerp, deelonderwerpen, meeste alinea's, soms tussenkoppen
slot	samenvatting/conclusie, geen nieuwe informatie!

Wat ga je vandaag leren?

* Je leert waarop je moet letten als je een formele mail schrijft.

* Je kunt bedenken wat je wilt vertellen of vragen in een mail.

Er bestaan formele en informele berichten. Aan wie schrijf je een formeel bericht?

Verstuur jij wel eens formele e-mails?

Ja

Nee

Aan wie stuur je dan een e-mail?

Wat is er goed aan deze formele mail?

Je bent ziek en kunt je SO niet maken. Je mailt mij. Wat is een goed onderwerp voor de mail?

1. Probleem
2. Vraagje
3. SO niet kunnen leren

Antwoord C: 

SO niet kunnen leren

Ik weet nu dat het probleem is dat je je SO niet kon leren.

 Probleem en vraag zijn onduidelijke onderwerpen voor je mail. 

Je begint je mail met: Beste mevrouw Dominicus. Met welke zin begin je de eerste alinea?

1. Ik mail u omdat ik wegens ziekte niet kon leren voor de SO.
2. Ik hoop dat alles goed met u gaat.
3. Ik heb geprobeerd te leren voor de SO, maar het is niet gelukt.

Antwoord A

Ik mail u omdat ik wegens ziekte niet kon leren voor de SO.

Dit is namelijk de aanleiding (reden) van je mail en het belangrijkste dat ik moet weten. 

Je wilt je SO op een later moment inhalen. Hoe sluit je de mail naar mij af?

1. Groetjes, Martijn
2. Met vriendelijke groeten, Martijn Bouwhuis
3. Hoogachtend, M. Bouwhuis
4. Tot morgen! Martijn

Antwoord B

Met vriendelijke groeten, 

Martijn Bouwhuis.

>>> Vermeld altijd je voor- en achternaam

Zelfstandig werken

Wat?	Afmaken les 37 opdracht 1 t/m 10 op blz. 79 en 78 Maken les 38 opdracht 1 t/m 9 op blz. 80 en 81
Hulp nodig?	Overleg met je buurman/buurvrouw. Lees uitleg op bladzij 80.
Tijd?	Tot einde van de les.
Klaar?	Stillezen of huiswerk of leren ander vak

Welke dingen zet je in een goede formele e-mail?