File 5 - 8 t/m 13 BB2B

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Welcome 

Buy Me File 5

This lesson

The Past		Maken
1. adjective	bijv.nw	uitleg
3. adverb	bijwoord	uitleg
4. Make	9/10/11/12	homework

Do you remember....

Past Simple & Present Perfect

2 soorten werkwoorden:
1. regelmatige werkwoorden:

• werkwoord + ed

2. onregelmatige (irregular) werkwoorden : 

• Past Simple:  2de rij
• Present Perfect:  have/has + 3de rij 

Make the exercise in Teams

Ready show it.

Leerdoelen

Je weet wat een bijvoegelijk naamwoord en bijwoord is. 

Je kunt in een Engelse zin adverbs and adjectives aangeven.

Je kunt zelf zinnen maken met adjectives en adverbs in het Engels.

Wat is een bijvoegelijk naamwoord?

Bedenk een voorbeeld.

adjectives= bijvoegelijk nw

Een adjective = een bijvoegelijke naamwoord. Het zegt iets over iets of iemand. Het geeft extra informatie.

Je kunt ze in het Engels op 2 plaatsen tegenkomen.

1. He smiles at his beautiful wife.
   
2. His wife is beautiful. 
3. That's an ugly car!   
4. My Ipad is slow.
   
         
   

exercise 9+10

Wat is een bijwoord?

Bedenk een voorbeeld.

adverbs = bijwoord 

1. Zegt iets over de manier hoe iets gebeurt of plaatsvindt. 
   Het zegt iets over een handeling (werkwoord).
   I easily found......
   He quickly walked
2. Het zegt iets over een bijvoegelijk nw (adjective) of adverb...Versterkt het.
   really crazy
   extremely tired              very quickly
3. Het zegt iets over de tijd/herhaling : 
   weekly
   monthly

Door -ly achter het bijvoegelijknw. (adjective) te zetten maak je het bijwoord (adverb)

How? 

When?

Some Examples

1. Mister Kees is  fast.               (adjective) = bijv.nw
2. Mister Kees is fastly walking towards his classroom. (adverb)
   
   
   

Make 9/10/11/12

KGT2: same

Ready? Timer still running

• show it - ready - you can do something for yourself