Oefentoets Krachten en werktuigen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Wat is de formule voor druk in symbolen?

1. p = F / A
2. p = A / F
3. p = F x A
4. p = A x F

Wanneer wordt de druk groter?

1. Bij een groter oppervlak
2. Bij een kleiner oppervlak
3. De oppervlakte heeft geen invloed

Wat is de formule voor druk in woorden?

1. Druk = kracht/ oppervlakte
2. Druk = oppervlakte / kracht
3. Druk = kracht x oppervlakte
4. Druk = oppervlakte x kracht

Hier zie je drie keer dezelfde
gum, die ligt op een tafel.

Waar is de druk op de tafel
het grootst?

1. 1
2. 2
3. 3

Dit blok heeft een massa van 2,5kg. Bereken de grootst mogelijke druk in N/cm^2.

1. 2,5
2. 5,0
3. 12,5
4. 25

Wat is de formule voor de zwaartekracht

1. F = m/g
2. F = m + g
3. F = m·g
4. F = m - g

Bereken de zwaartekracht van een koe van 560 kg

1. 56 N
2. 560 N
3. 5600 kg
4. 5600 N

Hoe groot is de zwaartekracht op een voorwerp van 40 kg

1. 40 N
2. 392N
3. 392 kg
4. 400 N

de zwaartekracht van 7 kg is 700N

1. waar
2. niet waar

Hoe groot is de zwaartekracht op een vrouw van 65 kg?

1. 65 N
2. 637,65 N
3. 650 N
4. 650 kg

Wat is de zwaartekracht op het pakje 400 gram druiven?

1. 4 N
2. 4000N
3. 40N
4. 400N

Wat is de zwaartekracht op een tennisbal van 56 gram?

1. 560 N
2. 5,6 N
3. 0,560N
4. 0,56N

Wat is de zwaartekracht op een massa van 3400 gram?

1. 3400 N
2. 34 N
3. 340 N
4. 0,34 N

Wat is de krachtenschaal?

1. 1 cm = 5 Newton
2. 2 cm = 50 Newton
3. 1 cm = 100 Newton
4. 1 cm = 10 Newton

krachtenschaal 1 cm = 50 N
de krachtenpijl is 5 cm. Hoe groot is de kracht?

1. 50 N
2. 250 N
3. 125 N
4. 75 N

Kracht A is 250N en Kracht B is 400N.
Wat is de resultante kracht als beide krachten in dezelfde richting werken?

1. 150 N
2. 650 N
3. -150 N
4. -650 N

Welke twee krachten maken evenwicht:
Bij een zak aardappels die aan een krachtmeter hangt?

1. de normaalkracht
2. de veerkracht
3. de zwaartekracht
4. de spankracht

De hefboom is in evenwicht.Bereken het gewicht aan de rechterzijde

1. 360 N
2. 120 N
3. 60 N
4. 40 N

Je ziet drie takels.
Hoe zit het met het aantal katrollen en de hijsafstand?

1. takel a 3 x, b, 4 x en c 6 x langere hijsafstand
2. takel a 3 x, b, 4x en c 6 x kortere hijsafstand
3. takel a, b, en c hebben een even lange hijsafstand

Bereken met de hefboomregel of de hefboom hiernaast in evenwicht is.
(geef een berekening op je blaadje)

1. Er is evenwicht
2. Het moment links is groter
3. Het moment rechts is groter

Je ziet maar de helft van een takel met 6 katrollen er lopen 12 kabels omhoog.
Stel de lastkracht is 1200kN.
Wat is de werkkracht?

1. 100 kN
2. 200 kN

Lees de grootte van de kracht op de krachtmeter af.
De kracht is...

1. 2,5N
2. 2,2N
3. 2,6N
4. 2,8N