Bronnen

Goedemorgen

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
ExpansioMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen

Slide 1 - Tekstslide

Het document "hoofd- en deelvragen Chat-GTP" is klaar en staat in ons kanaal
Ja
Nee, maar na de uitleg ga ik dit meteen in orde maken

Slide 2 - Poll

Het sjabloon van het verslag staat in ons kanaal
Ja
Nee, maar na de uitleg ga ik dit meteen in orde maken

Slide 3 - Poll

Bronnen

Slide 4 - Tekstslide

Betrouwbare bronnen zoeken

Slide 5 - Tekstslide

Dus..
wetenschappelijke artikelen

voor jullie ook:
  • Wetenschappelijke boeken
  • Krantenartikelen (ook Quest etc)
  • Sites van overheidsinstellingen/ onderzoekscentra/ universiteiten

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Google scholar
Google Scholar is een speciale zoekmachine voor de wetenschap, universiteiten en hoge scholen.
In plaats van het doorzoeken van websites kan je wetenschappelijke literatuur doorzoeken.

In plaats van internetbronnen krijg je nu wetenschappelijke bronnen. De bronnen zijn verkregen uit de academische uitgeverijen, universiteiten, wetenschappelijke organisaties en professionele organisaties.
Zoeken als een wetenschapper

 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Artikelen vinden

Slide 14 - Tekstslide

Waarom APA richtlijnen?
Het SG Were Di gebruikt APA omdat dit de meest toegepaste methode is bij hogescholen en universiteiten. APA is de afkorting voor American Psychological Association (APA, 2020). 

Slide 15 - Tekstslide

Waarom moet ik een bron vermelden?
Voorkom plagiaat (want je hebt het niet zelf bedacht!)
Jij bent ook onderdeel van de kennis samenleving: je geeft ook jouw kennis door...
Bronvermelding zegt iets over de kwaliteit van jouw tekst

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer moet ik een bron vermelden?
  • Als je de woorden van een ander overneemt
  • Als je een gedeelte herschrijft in andere woorden
  • Als je ideeën overneemt uit een bron
  • Als je een bewering doet

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld wel/geen bronvermelding
Niet: Algemeen bekend  (bv. 1+1 =2 )

Wel: Specifiek gegeven, feit of jaartal  (bv. -> Mickey Mouse verscheen voor het eerst uitgezaagd in een zwart-wit cartoon genaamd Steamboat Willy op 18 november 1928 (Finch, 1975*)
 

Slide 18 - Tekstslide

Uit welke twee delen bestaat bronvermelding volgens APA?
  1. In de tekst een korte verwijzing, meestal naam auteur en jaartal (Finch,C.,1975)
  2. Een volledige referentie van de titel en andere publicatiegegevens in de literatuurlijst ná alle tekst

Slide 19 - Tekstslide

 alle tekst volgt dus de bronnenlijst

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Best veel werk dat APA invullen..
.... maar dan maakt Word volautomatisch voor jou de literatuurlijst!!

Slide 26 - Tekstslide

3 Tips:
  1. Start vanaf dag 1 met een bronnenlijst: notitie met bron + beschrijving
  2. Afbeelding gebruiken: dan in tekst verwijzen naar afbeelding, afbeelding krijgt nummer, titel in onderschrift én bronvermelding.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

vragen
VRAGEN? 

Slide 29 - Tekstslide

Ik weet WANNEER ik een bron moet vermelden: Ja of Nee?
Ja
Nee

Slide 30 - Poll

Waar staat APA voor?
A
American Psychological Association
B
Amsterdams Peil Associatie
C
Algemeen Protocol voor Archiveren
D
A, B en C zijn alledrie fout.

Slide 31 - Quizvraag

...maar wat is APA?
A
regels voor het vermelden van bronnen
B
regels voor het schrijven van betrouwbare bronnen

Slide 32 - Quizvraag

Wat is correct volgens apa:
A
Bij een citaat staat altijd een paginanummer (waar het te vinden in de bron)
B
Als je een bron gebruikt in je lopende tekst moet je altijd het paginanummer vermelden waar het vandaan kwam uit de bron
C
Een website moet altijd een "geraadpleegd op" -constructie hebben in de literatuurlijst
D
Gebruik je een artikel als bron (een pdf bv) dan moet je de "geraadpleegd op"-constructie gebruiken

Slide 33 - Quizvraag

Opdracht
Vind een relevant overzichtsartikel voor jouw onderzoek (alle groepsleden doen dit los van elkaar)

Vul deze in in teams
timer
3:00

Slide 34 - Tekstslide