Les 6: Het Parlement

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 

Slide 3 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

WERK & MEDIA



Les X: Titel les
Maatschappijleer
HB3B
Les 6: Het parlement
Maatschappijkunde Kader 4
2024-2025
POLITIEK

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de taken van het parlement zijn (R)
  • Je kent de rechten die het parlement heeft (R)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het parlement
Het parlement bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer. Parlementsleden zijn volksvertegenwoordigers, omdat zij door de bevolking worden gekozen. 

De leden van de Tweede Kamer worden direct (= rechtstreeks) gekozen door alle mensen die bij de verkiezingen hun stem uitbrengen. 

De leden van de Eerste Kamer worden op een ander moment indirect gekozen, namelijk door de leden van de Provinciale Staten (het bestuur van de provincie). De Provinciale Staten worden wel direct door de bevolking gekozen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zitten er in het parlement?
Het parlement bestaat uit twee Kamers:

  • De Tweede Kamer heeft 150 leden en behandelt als eerste alle wetsvoorstellen. Kamerleden mogen een wetsontwerp afwijzen of veranderen. Daarna gaat het wetsvoorstel, eventueel in aangepaste vorm, naar de Eerste Kamer. 

  • In de Eerste Kamer zitten 75 leden. Zij zijn geen fulltime politici, zoals de leden van de Tweede Kamer, maar hebben vaak nog een andere baan. De Eerste Kamer mag een wetsvoorstel niet meer veranderen, maar alleen in zijn geheel goed- of afkeuren. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fracties
Alle parlementsleden worden namens een partij gekozen en behoren tot een fractie; letterlijk betekent dat 'een gedeelte van iets'. Een fractie bestaat uit een of meer personen van een politieke partij in een volksvertegenwoordiging. Ook een gemeenteraad en de Provinciale Staten hebben fracties: de CDA-fractie, de D66-fractie, enzovoort. Een fractie wordt geleid door een fractievoorzitter, de belangrijkste woordvoerder van de fractie. In de media is deze persoon meestal het gezicht van de partij en is het vaakst op tv te zien. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coalitie en oppositie
Het parlement bestaat uit coalitiepartijen en oppositiepartijen.

De coalitiepartijen steunen de regering. In een coalitie zitten soms wel vier partijen, die steeds rekening moeten houden met elkaars standpunten. Daarom sluiten ze over allerlei onderwerpen compromissen: afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven. De meeste wetten in Nederland zijn het resultaat van compromissen. 

Tegenover de coalitie staan de oppositiepartijen. De oppositie wordt gevormd door de politieke partijen die niet in de regeringscoalitie zitten. Zij hebben vaak een heel ander idee over wat het beste is voor Nederland. De oppositiepartijen proberen regeringsvoorstellen vaak tegen te houden of te veranderen. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taken van het parlement
De twee belangrijkste taken van het parlement zijn:

(Mede-)wetgeving. In de praktijk maken de ministers de meeste wetsvoorstellen. Deze voorstellen worden echter pas en wet als het parlement ze heeft goedgekeurd. 

Controle van de ministers. Alles wat de ministers doen, wordt voortdurend besproken in het parlement, vooral in de Tweede Kamer. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van het parlement: wetgevende taak
Om hun wetgevende taak goed te kunnen uitvoeren, hebben de Eerste en Tweede Kamer een aantal rechten: 

  • Stemrecht
  • Recht van initiatief
  • Recht van amendement

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van het parlement: controlerende taak
Wanneer een wet is aangenomen, moeten de ministers de wet uitvoeren. Om te controleren of zij dat goed doen, heeft het parlement een aantal rechten: 

  • Vragenrecht
  • Recht van interpellatie
  • Recht van onderzoek
  • Budgetrecht
  • Recht van motie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhouding tussen regering en parlement
Ministers zijn steeds in gesprek met het parlement. Zij moeten de Kamerleden op de hoogte houden van hun plannen en maatregelen. Dat is hun informatieplicht en verantwoordingsplicht. Ze mogen ook niet een ambtenaar sturen, ze moeten zelf in de Kamer verschijnen. Dat is hun ministeriele verantwoordelijkheid. 

Kamerleden stellen vaak vragen aan ministers over hun beleid. En als ze kritiek hebben, kunnen ze een minister via een motie dwingen om zijn beleid aan te passen. De Kamer kan een minister zelfs dwingen af te treden als hij zijn beleid niet wil veranderen of als hij het parlement verkeerd heeft geïnformeerd. Dat gebeurt via een motie van wantrouwen. Als zo'n motie van wantrouwen ook door coalitiepartijen wordt gesteund, besluit de minister meestal zelf op te stappen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken


Examenkatern Politiek (Essener)
Hoofdstuk 6
Opdracht 9 t/m 17 (blz. 70-72) 
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor volgende keer
Invullen: begrippen en samenvatting H6 (blz. 74-75)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen H6
  • Begrip
  • Begrip

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies