Brandaan thema 5 les 2 stap 1 en 2 Naar Oost-Indië?

Kerndoel 51
 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kerndoel 51
 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

Slide 1 - Tekstslide

Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.

Slide 2 - Tekstslide

Kerndoel 53
De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

Slide 3 - Tekstslide

Naar Oost-Indië?
Les 2, stap 1 en 2

Slide 4 - Tekstslide

Wat ga je deze les leren?
  • Waarom landen en kooplieden zelf naar verre landen wilden.
  • Welke landen dit ook durven.
  • Hoe de zeelieden hun weg over de zeeën en oceanen vonden.
  • Wat ze nodig hadden om niet te verdwalen op de grote oceanen.
  • Hoe mensen toen bedachten dat ze makkelijker boeken konden maken

Je weet al van de vorige les:

  •  waar Oost-Indie ligt.
  • wat specerijen zijn 
  • dat kooplieden uit deze periode handelden met Arabieren. 
  • Je weet ook waar op de wereld Arabieren wonen.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer...

Slide 6 - Tekstslide

Tijdbalk
Tijd van ontdekkers & hervormers 1500 - 1600

Slide 7 - Tekstslide

Eens kijken wat jullie onthouden hebben van de vorige lessen...

Slide 8 - Tekstslide

Een kogge is...
A
Een veelgebruikt schip van de Hanze
B
Een soort schip van vikingen
C
Een schip gebouwd van ijzer
D
Een schip voor olifanten en schoolkinderen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat hoort bij de Hanzesteden?
A
aandelen
B
koggeschip
C
Amsterdam
D
goud en zilver

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de Hanze?
A
Steden die samen handelden in 1500-1600
B
Een middeleeuwse stad
C
Samenwerking tussen belangrijke adel.
D
Veel koggeschepen bij elkaar

Slide 11 - Quizvraag

Waar handelden de Hanzesteden
niet in?
A
Zout
B
Goud
C
Dierenhuiden
D
Hout

Slide 12 - Quizvraag

Komen specerijen uit Nederland?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Waar komen specerijen dan wel vandaan?
A
Van de Noordpool
B
Uit de winkel
C
Uit tropische landen
D
Uit Amerika

Slide 14 - Quizvraag

Waarom heten Ommelandvaarders nou eigenlijk Ommelandvaarders?
A
Omdat ze uit Ommeland kwamen.
B
Omdat ze uit Ommen kwamen en dat was een hanzestad.
C
Omdat ze OM land heen vaarden (ze hadden toen nog geen kompas).
D
Dat vonden ze gewoon een mooie naam.

Slide 15 - Quizvraag

Genoeg quizvragen, 
de 3e les online gaat beginnen!

Slide 16 - Tekstslide

Naar Oost-Indië?
  • Arabische kooplieden verkochten hun spullen voor veel geld.
  • Europese kooplui wilden zelf veel geld verdienen.
  • Arabische kooplui bewaakten hun handelsroutes over land.
  • Europese kooplui wilden daarom maar over de zee naar die verre gebieden...
  • Maar hoe? Daar gaat deze les over.
  • Veel plezier!

Slide 17 - Tekstslide

Lees eerst deze tekst van stap 1 van het boek

Slide 18 - Tekstslide

Specerijen
  • Kruiden

  • Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.

  • Groeit alleen in tropische landen.

  • Door lange route, met veel handelaren die de specerijen steeds aan elkaar doorverkopen, zijn specerijen peperduur.

Slide 19 - Tekstslide

Kijk eens hoe ver de koopmannen moesten varen om in Indie te komen
Nederland
Afrika
Azie
Indie
Zuid-Amerika
Noord-Amerika

Slide 20 - Tekstslide

Filmpje
Klokhuis > boekdrukkunst

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Bekijk de volgende afbeelding
  • Op de volgende afbeelding is te zien hoe ze vroeger in de drukkerij werkten. 
  • Bekijk de afbeelding goed en lees wat erbij staat. 
  • Onthoud goed wat de volgorde van werken is. 

Slide 23 - Tekstslide

In de drukkerij aan het werk

Slide 24 - Tekstslide

Zet de plaatjes in de goede volgorde: 

Slide 25 - Sleepvraag

Schrijf 3 dingen op uit het filmpje die je wilt onthouden.

Slide 26 - Open vraag

Boeken
In de middeleeuwen schrijven monniken boeken met de hand. Het kost veel tijd om één boek te maken. 

Slide 27 - Tekstslide

Boekdrukkunst
Aan het eind van de middeleeuwen wordt de boekdrukkunst ontdekt. 
Drukken gaat veel sneller dan schrijven. 
Zo kun je veel boeken tegelijk maken. 
Dit zijn allemaal dezelfde boeken
Het drukken van boeken heet boekdrukkunst. 

Slide 28 - Tekstslide

De verschillen
Boek uit een drukkerij
Boek uit de middeleeuwen

Slide 29 - Tekstslide

Een middeleeuws boek en een gedrukt boek hebben allebei plaatjes. Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Een middeleeuws boek en een gedrukt boek hebben allebei teksten om te lezen.
Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Een middeleeuws boek en een gedrukt boek hebben allebei mooie kleuren.
Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Een middeleeuws boek en een gedrukt boek: ...

... hebben allebei versierde hoofdletters.
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Uitvindingen en ontdekkingen
De tijd na de middeleeuwen wordt de tijd van de ontdekkers genoemd.
De boekdrukkunst is niet de enige uitvinding.
Er worden allerlei nieuwe instrumenten bedacht door geleerden, zoals de telescoop en het kompas

Slide 34 - Tekstslide

Uitvindingen en ontdekkingen
Om de sterren goed te bekijken is een telescoop handig.
Zo ontdekten geleerden dat de aarde om de zon draait.


Zeelieden kunnen met een kompas zien of ze in de goede richting varen.
Zeereizen worden daardoor minder gevaarlijk. 

Slide 35 - Tekstslide

Filmpje: Hoe werkt een kompas? (3.29 min)
Vroeger waren er geen smartphones waarmee je de weg kon vinden. Toen gebruikten ze een kompas. Een kompas heeft een naald die elektrisch geladen is, net als onze aarde. Daardoor wijst hij altijd naar het noorden. En met de gradenring kun je heel nauwkeurig navigeren.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

De aarde plat of rond? 

Slide 38 - Tekstslide

Ontdekkingsreizigers
In die tijd kennen de mensen alleen Afrika en Indië
Ze hebben nog nooit van Amerika gehoord.
Kooplieden kopen al heel lang mooie spullen in Indië. 
Ze reizen altijd over land, want ze weten niet hoe ze met een schip in Indië moeten komen.

Slide 39 - Tekstslide

Wat vind jij de belangrijkste uitvinding of ontdekking? Waarom?
Kies uit: boekdrukkunst, telescoop, kompas, Amerika, de aarde draait om de zon, de aarde is rond.

Slide 40 - Open vraag

Je leert vandaag:
  • wat boekdrukkunst is;
  • hoe een boek wordt gedrukt;
  • waarom dat belangrijk is geweest voor de ontdekkingsreizigers
  • enkele ontdekkingen en uitvindingen kennen. 
  • wat specerijen zijn

Slide 41 - Tekstslide

De aarde plat of rond? 
De romeinen wisten al dat de aarde een bol was. De Arabieren leerden dat in de middeleeuwen weer aan de Italianen. Die gingen toen op zoek naar nieuwe landen!

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?
timer
1:00

Slide 44 - Tekstslide

Heel ver terug in de tijd
- De eerste boten zo'n 5000 jaar geleden.
- Langs de kust varen. 
- Gebruik maken van de sterren en de windroos. 
- Kaarten bestonden nog niet. 

Slide 45 - Tekstslide

- Rond 1100: Chinezen ontwikkelden eerste kompas voor op zee. 
- Later werd dit kompas verbeterd -> windroos in het kompas. 

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Hoe navigeren wij nu?

Slide 48 - Woordweb

Slide 49 - Video