In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
CRIMINALITEIT
H1. Wat is criminaliteit?
Slide 1 - Tekstslide
Het boek politiek afgerond! Hoe ging de toets?
04-04-2022: De derde toetsweek, wat moet je weten?
Starten met een nieuw boek: criminaliteit
Welke onderwerpen gaan we bespreken? Wat weten jullie al?
Welkom!
Slide 2 - Tekstslide
Wat ga je leren tijdens deze periode? Over welke onderwerpen gaan we het hebben?
Slide 3 - Woordweb
Wanneer is iets crimineel?
Slide 4 - Open vraag
Een paar stellingen..
Wat hebben jullie zelf al meegemaakt?
Steek je handje op als je de dingen op de volgende vragen gedaan hebt!
Slide 5 - Tekstslide
CRIMINALITEIT
H1. Wat is criminaliteit?
Slide 6 - Tekstslide
Waar gaan we het over hebben vandaag?
- criminaliteit, het Wetboek van Strafrecht, overtredingen, misdrijven, zware criminaliteit, veelvoorkomende criminaliteit.
Aan de slag met een werkvorm!
Welkom!
Slide 7 - Tekstslide
De samenleving werkt het beste als we ons allemaal normaal gedragen, dit gedrag kunnen we vaak koppelen aan belangrijke normen en waarden.
Norm = een regel over hoe mensen zich ten opzichte van elkaar horen te gedragen.
Waarden = principes of uitgangspunten die mensen belangrijk vinden in het leven.
Om samen te leven heb je regels nodig. Sommige daarvan zijn ongeschreven (fatsoennormen), anderen zijn wel geschreven, dit noemen we ook wel wetten: geschreven regels waar iedereen zich aan moet houden.
Normen en waarden
Slide 8 - Tekstslide
Criminaliteit heeft te maken met waarden en normen die we zo belangrijk vinden dat ze als rechtsregels in de wet staan, maar lang niet alles wordt bestraft.
Criminaliteit: alle gedragingen die door de wet strafbaar gesteld worden. Wanneer je een wet overtreed, pleeg je een strafbaar feit. Ook wel delict genoemd.
De meeste strafbare feiten of delicten staan in het Wetboek van Strafrecht geschreven. Wat precies gezien wordt als crimineel gedrag veranderd door de jaren heen. Daarom is het tijd- en plaatsgebonden.
Criminaliteit
Slide 9 - Tekstslide
Het wetboek van Strafrecht maakt onderscheid tussen overtredingen en misdrijven.
Overtreding = een lichte schending van de wet (overlast, wildplassen,
Misdrijf = een zware schending van de wet (mishandeling, moord, diefstal)
Een misdrijf wordt wel veel zwaarder bestraft dan een overtreding. Voor een overtreding zit je niet langer dan één jaar vast, bij een misdrijf veel langer (of zelfs levenslang). Ook houd je altijd een strafblad over aan een misdrijf (minimaal 30 jaar).
Overtredingen of misdrijven
Slide 10 - Tekstslide
Een betere omschrijving voor criminaliteit is; alle misdrijven die in de wet staan omschreven.
Zware criminaliteit: moord, mensenhandel, verkrachting of georganiseerdecriminaliteit.
Veel voorkomende criminaliteit: (minder ernstige misdrijven); diefstal, vernieling, zakkenrollen.
De veel voorkomende criminaliteit wordt vooral gepleegd door jongeren tussen de 16 en 23 jaar.