Week 4 Wet zorg en dwang

Wet Zorg en Dwang 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Wet Zorg en Dwang 

Slide 1 - Tekstslide

Wetten 
Vroeger was er de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BoPZ)

sinds 1 januari 2020 is er gekozen voor onderscheid van zorgvragers in de volgende 2 wetten

Slide 2 - Tekstslide

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)


De Wvggz geldt voor zorgvragers bij wie een psychische stoornis leidt tot gedrag dat ernstig nadeel veroorzaakt voor henzelf of voor anderen.



Slide 3 - Tekstslide

Wet zorg en dwang
De Wet zorg en dwang regelt de rechten bij onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie).


Slide 4 - Tekstslide

Wat is het doel van de Wet zorg en dwang?
A
Het waarborgen van vrijheid en veiligheid van cliënten in de zorg
B
Het reguleren van de tarieven in de gezondheidszorg
C
Het bevorderen van efficiëntie in de zorgsector
D
Het beschermen van de privacy van zorgverleners

Slide 5 - Quizvraag

Welke doelgroep valt onder de Wet zorg en dwang?
A
Personen met een verstandelijke beperking
B
Alleen ouderen in de zorginstellingen
C
Mensen met psychische stoornissen
D
Alle cliënten in de zorg, ongeacht hun aandoening

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een belangrijk uitgangspunt van de Wet zorg en dwang?
A
Het minimaliseren van het gebruik van dwangmaatregelen
B
Het maximaliseren van de autonomie van zorgverleners
C
Het verminderen van de administratieve lasten voor zorginstellingen
D
Het verbeteren van de toegankelijkheid van zorgdiensten

Slide 7 - Quizvraag

Welke maatregelen zijn onder de Wet zorg en dwang verboden, tenzij er sprake is van een noodsituatie?
A
Het toedienen van medicatie zonder toestemming van de cliënt
B
Het beperken van bewegingsvrijheid van een cliënt
C
Het toepassen van fysieke fixatie
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het doel van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg?
A
Het waarborgen van de rechten en de zorg voor mensen met een psychische stoornis
B
Het beperken van de vrijheid van mensen met een psychische stoornis
C
Het reguleren van de tarieven in de geestelijke gezondheidszorg
D
Het beschermen van de privacy van zorgverleners

Slide 9 - Quizvraag

Wie kan een zorgmachtiging aanvragen onder de Wvggz?
A
Alleen de persoon zelf met de psychische stoornis
B
Alleen de behandelaar of zorginstelling
C
Zowel de zorgverlener, als de naasten of de behandelaar
D
Alleen de rechterlijke macht

Slide 10 - Quizvraag

Wat houdt het begrip 'crisismaatregel' in binnen de Wvggz?
A
Een verplichte opname in een psychiatrische instelling zonder toestemming
B
Een maatregel om dwangmedicatie toe te dienen zonder toestemming
C
Een vorm van dwangbehandeling die wordt opgelegd door de rechterlijke macht
D
Een tijdelijke maatregel om de veiligheid van de persoon of anderen te waarborgen

Slide 11 - Quizvraag

Wie is verantwoordelijk voor het opstellen van een zorgplan onder de Wvggz?
A
De persoon met de psychische stoornis
B
De behandelaar of zorgverlener
C
De naasten van de persoon
D
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)

Slide 12 - Quizvraag

Wat is onvrijwillige zorg?

Slide 13 - Woordweb

De WZD onderscheidt de volgende negen categorieën onvrijwillige zorg:

  1. Medische handelingen en therapeutische maatregelen;
  2. Beperken van de bewegingsvrijheid;
  3. Insluiten;
  4. Uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  5. Onderzoek aan kleding of lichaam;
  6. Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag beïnvloedende middelen of gevaarlijke voorwerpen;
  7. Controleren op de aanwezigheid van gedrag beïnvloedende middelen;
  8. Beperken van de vrijheid om het eigen leven in te richten;
  9. Beperken van het recht op het ontvangen van bezoek. 

Slide 14 - Tekstslide

Dwang kan alleen worden toegepast als er
sprake is van 'ernstig nadeel'
Wat is 'ernstig nadeel'?

Slide 15 - Woordweb

Ernstig nadeel
WZD omschrijft ernstig nadeel als ‘het bestaan van of het ernstig risico op’:
• levensgevaar voor de cliënt of iemand anders;
• ernstig lichamelijk letsel voor de cliënt of iemand anders;
• ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade voor de cliënt of iemand anders;
• ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang van de cliënt of iemand anders;
• ernstig verstoorde ontwikkeling van de cliënt of iemand anders;
• bedreiging van de veiligheid van de cliënt al dan niet doordat hij onder invloed van een ander
raakt
• de situatie dat de cliënt met hinderlijk bedrag agressie van anderen oproept;
• de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.


Slide 16 - Tekstslide

Wanneer is iemand wilsonbekwaam?

Slide 17 - Woordweb

Wilsonbekwaam
In sommige situaties kan een patiënt zelf niet (meer) zijn wensen kenbaar maken. Iemand is dan wilsonbekwaam. 
Een patiënt is wilsonbekwaam als hij:

  • De informatie over zijn ziekte niet kan begrijpen
  • Zelf geen beslissing over zijn behandeling kan nemen
  • Of de gevolgen van een beslissing niet kan overzien.
  • Een persoon die niet voor zichzelf kan beslissen is wilsonbekwaam.

Slide 18 - Tekstslide

Stappenplan
Het stappenplan in de Wet zorg en dwang (Wzd) regelt de stappen die de zorgverantwoordelijke moet zetten bij de beoordeling of onvrijwillige zorg noodzakelijk is. 

In het stappenplan staat ook welke deskundigen de zorgverantwoordelijke daarbij moet betrekken.


Slide 19 - Tekstslide

Stap 1: Vrijwillige zorg
Stap 2: Onvrijwillige zorgcriteria
 Stap 3: Zorgplan en vertegenwoordiging
Stap 4: Deskundig advies
Stap 5: Toetsing door de zorgverantwoordelijke
Stap 6: Melding en registratie



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Wat als een zorgvrager die niet meer kan opstaan in een rolstoel zit achter een blad, valt dat onder de WZD?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Toelichting op antwoord: nee valt niet onder WZD
Dit is geen beperking van bewegingsvrijheid doordat zorgvrager toch al niet meer zelfstandig uit stoel op kan staan. Dan is bedhek of rolstoelblad geen onvrijwillige zorg.

Slide 23 - Tekstslide

Wat als dezelfde zorgvrager het niet fijn vindt dat het rolstoelblad op haar rolstoel zit? Valt het dan onder WZD?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Toelichting antwoord: ja
Als zorgvrager zich toch verzet dan kan dit gezien worden als beperking van de vrijheid om het eigen leven in te richten. Het stappenplan moet worden doorlopen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Zorgleefplan
De Wet zorg en dwang stelt eisen aan het opstellen van een zorgplan 
  1. Het zorgplan wordt z.s.m., maar uiterlijk binnen 6 weken na start van de zorg opgesteld.
  2. Het zorgplan houdt zoveel mogelijk rekening met de wensen van de cliënt. 
  3. De zorgverantwoordelijke bespreekt het zorgplan met de cliënt.
Wanneer het zorgplan niet voldoet aan de zorgbehoefte en er een risico bestaat op ernstig nadeel voor de cliënt en/of zijn omgeving ->stappenplan. 


Slide 27 - Tekstslide

Casus
Mijnheer Meindertsma heeft naast andere cognitieve stoornissen uitgebreide geheugenproblemen, waardoor hij niet wilsbekwaam ter zake is. In het begin van de opname schopte en sloeg hij de zorgmedewerkers bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) en waarschijnlijk kwam dat door onbegrip en angst. Door behandeling met lorazepam (rustgevende medicatie) verloopt de zorg veel prettiger, maar mijnheer weigert vaak deze medicatie. Zijn wettelijk vertegenwoordiger wil echter ook niet dat lorazepam wordt ingezet omdat mijnheer er suffer van wordt. 
Meneer Meidertsma gaat overdag vaak in bed liggen en slaapt dan veel. Hij is daardoor 's nachts vaak wakker en maakt medebewoners wakker door hard te zingen en  hij loopt de kamer van anderen binnen. De wettelijk vertegenwoordiger wil graag dat zijn kamerdeur op slot wordt gedaan, zodat mijnheer niet meer continu op zijn bed kan gaan liggen.


Slide 28 - Tekstslide

In groepjes
  • Beschrijf welke onderdelen uit de casus te maken hebben met de wet zorg en dwang
  • Zijn er alternatieven? 
  1. Hoe groot is het risico op ernstig nadeel bij meneer Meindertsma?
  2. Wat zijn de oorzaken van zijn gedrag?
  3. Heeft de omgeving invloed op het ontstaan van ernstig nadeel?
  4. Zijn er alternatieven die voor Dhr die vallen onder vrijwillige zorg, beschrijf deze alternatieven?
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Wzd-functionaris 
Bij de evaluatie na zes maanden moet er een externe Wzd-functionaris betrokken zijn. De Wzd-functionaris kan een arts zijn, maar ook een GZ-psycholoog of orthopedagoog. ‘Extern’ betekent dat de functionaris werkt bij een andere organisatie. Hij werkt niet bij de organisatie waar je naaste zorg krijgt. De Wzd-functionaris is te vergelijken met de oude BOPZ-arts. Hij/zij beoordeelt het zorgplan en let erop dat er zo min mogelijk onvrijwillige zorg wordt gegeven.

Slide 30 - Tekstslide

Cliëntenvertrouwenspersoon (CVP) 
De cliëntenvertrouwenspersoon (CVP) is een nieuwe functie binnen de Wzd. Willen zorgverleners zorg geven waarmee je naaste of jij als wettelijk vertegenwoordiger het niet eens zijn? 
En kom je er niet uit met de zorgverlener? 
Dan kun je dit bespreken met de cliëntvertrouwenspersoon (cvp).
  Elke zorgorganisatie heeft een cvp
De cvp is onafhankelijk, want hij werkt niet bij de zorgorganisatie.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

voorbeelden van onvrijwillige zorg die jij hebt meegemaakt

Slide 34 - Open vraag

Voorbeelden van onvrijwillige zorg
  • Iemand met dementie. Deze zorgvrager mag niet van het terrein van de zorginstelling af, want hij zou verdwalen.
  • Iemand die nog thuis woont en zichzelf verwaarloost. Hij zal tegen zijn wil moeten douchen.
  • Mensen met een verstandelijke beperking die zichzelf soms systematisch verwonden. Zij moeten ’s nachts in een speciale bed met zachte wanden slapen. (luna bed)
  • Mensen die geen remmingen kennen bij het eten of drinken. De koelkast moet dan op slot om gezondheidsschade te voorkomen.



Slide 35 - Tekstslide

De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)


De Wvggz geldt voor zorgvragers bij wie een psychische stoornis leidt tot gedrag dat ernstig nadeel veroorzaakt voor henzelf of voor anderen.



Slide 36 - Tekstslide

De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

De Wvggz kent twee procedures om te komen tot verplichte zorg:


  1. een zorgmachtiging via de rechter
  2. een crisismaatregel via de burgemeester

Slide 37 - Tekstslide

De zorgmachtiging 
via de rechter


De zorgmachtiging is een machtiging van de rechter 
waarmee verplichte zorg toegepast kan worden bij 
iemand met een psychische stoornis die ernstig nadeel 
tot gevolg heeft.

Slide 38 - Tekstslide

Voorbeeld
  • Dwangvoeding bij een Anorexiapatiënt
  • fixeren en gedwongen een sonde inbrengen
  • sondevoeding in een kwartier in laten lopen
  • sonde weer verwijderen
  • hulp van gespecialiseerde beveiligers

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

WvGGZ omschrijft ernstig nadeel als 
‘het bestaan van of het ernstig risico op’:
  • levensgevaar voor de cliënt of iemand anders;
  • ernstig lichamelijk letsel voor de cliënt of iemand anders;
  • ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade voor de cliënt of iemand anders;
  • ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang van de cliënt of iemand anders;
  • ernstig verstoorde ontwikkeling van de cliënt of iemand anders;
  • bedreiging van de veiligheid van de cliënt al dan niet doordat hij onder invloed van een ander
    raakt
  • de situatie dat de cliënt met hinderlijk bedrag agressie van anderen oproept;
  • de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.


Slide 41 - Tekstslide

Een crisismaatregel via de burgemeester

Een crisismaatregel is een beslissing van de burgemeester. Daarmee kan verplichte zorg worden geregeld in een crisissituatie waarin snel ingegrepen moet worden vanwege onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De burgemeester baseert zich op een medische verklaring van een psychiater.

Slide 42 - Tekstslide

Voorbeeld
Stel je voor dat er een patiënt is opgenomen in een psychiatrische kliniek. Deze patiënt vertoont de laatste tijd steeds agressiever gedrag en er zijn zorgen over de veiligheid van het personeel en andere patiënten. Het behandelteam en de directie van de kliniek bespreken de situatie met de burgemeester en gezamenlijk nemen ze het besluit om een crisismaatregel af te geven om de veiligheid te waarborgen.

  • Beperking van bewegingsvrijheid
  • Intensivering van toezicht: Dit kan betekenen dat er continu iemand bij de patiënt aanwezig moet zijn om de veiligheid te garanderen.
  • Beperking van contact met anderen: escalatie van agressie te voorkomen, isolatie
  • Coördinatie van zorg en behandeling: Dit kan inhouden dat er een multidisciplinair behandelplan wordt opgesteld om de agressie en het onveilige gedrag aan te pakken.
  • Het afgeven van een crisismaatregel op zo'n kleine schaal, gericht op een specifieke patiënt, is bedoeld om de veiligheid en het welzijn van zowel de patiënt als het zorgpersoneel te waarborgen en de nodige zorg en behandeling te bieden.
Of groter, denk aan de coronapandemie !












Slide 43 - Tekstslide

Terbeschikkingstelling (tbs)
 
Het is een behandelmaatregel die de rechter oplegt aan mensen die een zwaar misdrijf hebben gepleegd en die lijden aan een persoonlijkheidsstoornis en/of een ernstige psychiatrische stoornis

Slide 44 - Tekstslide

Vragen ??

Slide 45 - Tekstslide