KERN 35: Spanning - vertelperspectief

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Planning deze week
Vandaag:
Werk 45 minuten aan NUMO. Ik controleer rond 16u.

Vrijdag 10 december:
SO woordenschat les 31 t/m 35. (50% komt uit LessonUp quiz)
Daarna werken aan Nieuwsbegrip + uitleg KERN 34.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Gebruikers van de applicatie stuitten voortdurend op problemen.

Wat betekent 'stuiten op'?
A
Met een vaste tijdsduur ertussen
B
Er omheen gaan
C
Tegenkomen
D
Uit elkaar vallen

Slide 5 - Quizvraag

Woord les 31
Stuiten op: tegenkomen.

Gebruikers van de applicatie komen voortdurend problemen tegen.

Slide 6 - Tekstslide

De beveiligingscamera's .... alles wat voorbij komt.
A
Frauderen
B
Registreren
C
Maken zich sterk voor
D
Identificeren zich met

Slide 7 - Quizvraag

Moeilijk woord les 33
Registreren: vastleggen.

Slide 8 - Tekstslide

De boekhouder ....... door stiekem €100.000 naar zijn spaarrekening over te boeken.
A
Fraudeerde
B
Registreerde
C
Vertrok met de noorderzon
D
Bezweek

Slide 9 - Quizvraag

Moeilijk woord les 33
Frauderen: bedrog plegen door een foute administratie.
Zelfstandig naamwoord: de fraude.
Iemand die fraude pleegt: de fraudeur. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Betekenis perspectief
Perspectief is een punt van waaruit iemand naar iets kijkt of waarneemt.

Voorbeeld: Een drukke klas
  • Perspectief docent: vervelend, moeilijk lesgeven, hard praten.
  • Perspectief leerling: gezellig, lekker kletsen, chillen. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de spannendste film/serie die je ooit hebt gezien?

Slide 13 - Woordweb

Hoe kwam het dat het zo spannend was?

Slide 14 - Woordweb

Door de ogen van welke hoofdpersoon beleefde je de serie/film?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het vertelperspectief?

'Ik had haast en rende naar de tramhalte. Om de hoek botste ik tegen de directeur van mijn school op. Ik schrok me rot!"
A
ik-verteller
B
Personale verteller (Hij/zij vorm)
C
Alwetende verteller

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het vertelperspectief?

"Een leerling had haast en rende naar de tramhalte. Om de hoek botste hij tegen de directeur van zijn school op. Hij schrok heel erg en hielp de man snel overeind."
A
Ik-verteller
B
Personale verteller
C
Alwetende verteller

Slide 20 - Quizvraag

" Een leerling had haast en rende naar de tramhalte. Om de hoek botste hij tegen de directeur van zijn school op. Hij wist toen nog niet, dat dit voorval, een vervelende afloop zou krijgen....."
A
Ik-verteller
B
Personale verteller
C
Alwetende verteller

Slide 21 - Quizvraag

Welk perspectief denk jij dat vaak wordt gebruikt in series en films?
Ik-verteller
Personale verteller
Alwetende verteller

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Voorlezen uit  Cyberboy: blz 64

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het vertelperspectief in Cyberboy?
A
Ik-verteller
B
Personale verteller
C
Alwetende verteller

Slide 26 - Quizvraag

Antwoord: ik-verteller (Kevin)
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Kevin, de beste vriend van Bjorn. 

Bjorn heeft op de bassischool een ongeluk gehad. Hij gaat daarna naar een ziekenhuis in Japan om te herstellen. Twee jaar later komt hij terug in de klas bij Kevin, de 1ste klas. Alleen: er is iets raars met Bjorn aan de hand. Is hij nog wel een echt mens? 
 

Slide 27 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat?
Vraag 1 t/m 9, bladzij 74.
Tijd?
Tot einde van de les.
Klaar?
Kijk antwoorden na.
Werk aan NUMO.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide