present perfect simple/continuous

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De present perfect continuous gebruik je.....
A
bij acties die NU bezig zijn
B
wanneer iets al een tijd bezig is en je wilt de tijdsduur benadrukken
C
om irritatie uit te drukken als iets lang duurt/telkens opnieuw gebeurt
D
als iets in het verleden is gebeurd, maar je hebt nu resultaat

Slide 10 - Quizvraag

We have been to Canada.
A
Present Perfect
B
Present Perfect Continuous

Slide 11 - Quizvraag

de present perfect continuous
A
maak je met -ed / 2nd row, voor een specifiek moment
B
maak je met have +be+ww+ing
C
maak je met have + -ed/3rd row, voor een specifiek moment
D
maak je met have + -ed /3rd row voor een periode van tijd

Slide 12 - Quizvraag

Which sentence is present perfect continuous?
A
We've been practising all afternoon.
B
We've practised all afternoon.
C
We were practising all afternoon.
D
We practised all afternoon.

Slide 13 - Quizvraag

which sentence is Present Perfect Continuous
A
I have been there.
B
I had copied his answers.
C
I have been teaching for a long time.

Slide 14 - Quizvraag

Fill in the present perfect continuous.
She __________. Her eyes are still wet.
A
Had been crying
B
was crying
C
Has been crying
D
have been crying

Slide 15 - Quizvraag

Fill in the present perfect continuous.
It ____________ all day.
A
have been raining
B
has been raining
C
had been raining
D
was raining

Slide 16 - Quizvraag

I'm working at the moment.
A
Present simple
B
Present continuous
C
Present perfect
D
Present perfect continuous

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Hoe maak je de Present Perfect Continuous?
A
have/has+ voltooid deelwoord
B
have/has + been + werkwoord+ing
C
werkwoord + ing
D
werkwoord + ed

Slide 19 - Quizvraag

De present perfect continuous gebruik je.....
A
bij acties die NU bezig zijn
B
wanneer iets al een tijd bezig is en je wil de tijdsduur benadrukken
C
om irritatie uit te drukken als iets lang duurt/telkens opnieuw gebeurt
D
als iets in het verleden is gebeurd, maar je hebt nu resultaat

Slide 20 - Quizvraag

De present perfect continuous gebruik je als je nadruk legt op de activiteit.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Welke zin is in de present perfect continuous?
A
She has been running for over an hour.
B
I have ran for two hours.
C
They are running.
D
They had been running for an hour.

Slide 22 - Quizvraag

Which sentence is present perfect continuous?
A
We've been practising all afternoon.
B
We've practised all afternoon.
C
We were practising all afternoon.
D
We practised all afternoon.

Slide 23 - Quizvraag

past simple or present perfect continuous?
We _____ since 10 a.m.
A
have been playing basketball
B
played

Slide 24 - Quizvraag

Which is the present perfect continuous?
A
The dog played with the toy.
B
The dog has been playing with the toy for 10 minutes.
C
The dog has played with the toy a lot.

Slide 25 - Quizvraag

Fill in the present perfect continuous.
It ____________ all day.
A
have been raining
B
has been raining
C
had been raining
D
was raining

Slide 26 - Quizvraag

He has been ... in this office since 2006.

(present perfect continuous)

A
worked
B
work
C
working
D
works

Slide 27 - Quizvraag

Open questions
Write the tense only. Write in full. No abbreviations
They ____ (write) a song. 
've been writing = wrong
have been writing = correct

Slide 28 - Tekstslide

Vul in deze zin de present perfect continuous in:
I _____ (to wait) for ages!

Slide 29 - Open vraag

Make present perfect continuous:
It ... (not/snow)

Slide 30 - Open vraag

Zet dit werkwoord in de present perfect continuous: she .......(work)

Slide 31 - Open vraag

Present Perfect Continuous. The teacher ................(talk) for 35 minutes.

Slide 32 - Open vraag

Present Perfect Continuous
They_______(drive) for 3 hours now.

Slide 33 - Open vraag

timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide