Mariam

Mariam
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Mariam

Slide 1 - Tekstslide

....... heißt du?
A
Wo
B
Wie
C
Was
D
Wer

Slide 2 - Quizvraag

....... Nummer hat er?
A
Wohin
B
Wo
C
Wer
D
Welche

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent ondanks dat in het duits?
A
trotzdem
B
aber
C
obwohl
D
dennoch

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent want in het duits?
A
weil
B
deshalb
C
denn
D
auch

Slide 5 - Quizvraag

Wat beteken terwijl in het duits?
A
jedoch
B
allerdings
C
also
D
wärend

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent bovendien in het duits?
A
zuerst
B
erstens
C
außerdem
D
dagegen

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent overigens in het duits?
A
übrigens
B
nämlich
C
auch
D
zum Schluss

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal de zin: Ik woon in het noorden van Nederland naar het duist.
Tekst

Slide 9 - Open vraag

Vertaal de zin: Ik heb een broer en een zus naar het duist.

Slide 10 - Open vraag

Vertaal de zin: Ik vind dat geweldig naar het duits.

Slide 11 - Open vraag

Vertaal de zin: Ik ben het daar helemaal mee eens naar het duits.

Slide 12 - Open vraag

Vertaal de zin: De vakantie is veel te kort naar het duits.

Slide 13 - Open vraag

Vertaal de zin: Dat interesseert me naar het duits.

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent vroeger in het duits?
A
bis
B
damals
C
gleich
D
mittlerweile

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent waar vandaan in het duits?
A
wohin
B
wann
C
warum
D
woher

Slide 16 - Quizvraag


Slide 17 - Open vraag