In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Zintuigen
Slide 1 - Tekstslide
De oren
Slide 2 - Tekstslide
Buitenkant oor
Met je oren neem je geluid waar. Geluiden zijn trillingen van de lucht. De oorschelp vangt het geluid op. De geluiden komen dan in de gehoorgang terecht.
Oorschelp
Oorlelletje
Gehoorgang
Slide 3 - Tekstslide
Binnenkant oor
Door de gehoorgang komen de geluiden bij het trommelvlies. De geluiden brengen het
trommelvlies aan het trillen.
Achter het trommelvlies
liggen de gehoorbeentjes.
Deze geven de trillingen
door aan het slakkenhuis.
Slide 4 - Tekstslide
Binnenkant oor
In het slakkenhuis liggen zintuigcellen. Deze nemen de trillingen waar.
Deze zintuigcellen sturen
impulsen via de
gehoorzenuw
naar de hersenen.
Slide 5 - Tekstslide
Evenwichtsorgaan
In je oor zit ook het evenwichtsorgaan. Dit orgaan bestaat uit drie kanaaltjes met vloeistof. Als je je hoofd beweegt, gaat de vloeistof stromen. In de kanaaltjes
zitten kleine zintuigharen. Deze
haren buigen dan om en sturen
impulsen naar je hersenen.
Slide 6 - Tekstslide
Gehoorschade
Hoe hard een geluid is, wordt gemeten in decibel.
Bij harde geluiden (boven de 80
decibel) kunnen de zintuigcellen
in het slakkenhuis en het
trommelvlies beschadigd raken.
Je kunt slechthorend of doof
worden. Dit kan niet genezen.
Slide 7 - Tekstslide
Geluiden zijn .... van de lucht
A
trillingen
B
decibellen
Slide 8 - Quizvraag
Door je ..... weet je of je rechtop staat of op de kop.
A
gehoorzenuw
B
evenwichtsorgaan
Slide 9 - Quizvraag
Geluid wordt gemeten in?
A
decibel
B
trillingen
Slide 10 - Quizvraag
De ogen
Slide 11 - Tekstslide
Bescherming van het oog
Je ogen zijn erg gevoelig en moeten daardoor beschermd worden. De wenkbrauwen zorgen dat
zweet of ander vocht langs de ogen
lopen en niet erin. De wimpers
beschermen de ogen tegen vuil en te
fel licht.
Slide 12 - Tekstslide
Bescherming van het oog
Boven je oog onder de huid liggen de traanklieren. Deze produceren traanvocht. Als je knippert
verspreid het traanvocht over de ogen.
Zo drogen je ogen niet uit en reinigt het
oog. In de ooghoeken zitten kleine
openingen, dit zijn de traanbuizen.
Deze voeren het traanvocht af.
Slide 13 - Tekstslide
Wenk-
brauwen
Wimpers
Traan-
buizen
Traan-
klieren
Beschermen tegen vuil en fel licht
Voert het traanvocht af
Produceren traanvocht
Zorgen ervoor dat vocht niet in de ogen loopt
Slide 14 - Sleepvraag
Buitenkant van een oog
Het witte deel van het oog heet het harde oogvlies, dit beschermt het oog. Het gekleurde deel van je oog heet de iris. Het zwarte rondje in je oog heet de pupil.
Licht komt door de pupil het oog binnen.
De iris wordt beschermd door het
hoornvlies. Deze is doorzichtig zodat het
licht erdoorheen kan.
Slide 15 - Tekstslide
Binnenkant van het oog
Achter de iris en pupil ligt de lens. De lens zorgt ervoor dat je dingen scherp kan zien. Binnen in het oog zit het glasachtig lichaam. Dit is een zacht en doorzichtig materiaal die alles op zijn plek houdt.
Slide 16 - Tekstslide
Binnenkant van een oog
De wand van het oog heeft drie lagen. De binnenste laag is het netvlies. Hierin liggen de zintuigcellen die de lichtprikkels opvangen. Deze worden naar de oogzenuw gestuurd en zo naar de hersenen. De middelste laag
is het vaatvlies. Hierin liggen
veel bloedvaten. Deze voeden
het oog en voeren afval af.
Slide 17 - Tekstslide
Binnenkant van een oog
De buitenste laag is het harde oogvlies. Hieraan zitten de oogspieren. Dit zorgt ervoor dat de ogen kunnen draaien.
Slide 18 - Tekstslide
Proefje
Met je ogen kun je naar dingen kijken. Ook al heb je twee ogen, je ziet toch maar één beeld. Wat gebeurt er als je met je linkeroog iets anders ziet dan met je rechteroog?
Je hebt voor het proefje één vel A4-papier nodig.
Slide 19 - Tekstslide
Wat denk je dat er gebeurt als je met je rechteroog door de rol kijkt en met je linkeroog naar je hand?
Slide 20 - Open vraag
1. kijk met beide ogen recht voor je uit
2. houd de rol met je rechterhand voor je rechteroog
3. houd je linkerhand naast het uiteinde van de rol voor je linkeroog
4. beweeg je linkerhand naar je linkeroog toe
Slide 21 - Tekstslide
Wat gebeurde er?
Slide 22 - Open vraag
Als je met twee ogen kijkt, zie je maar één beeld. Met je linkeroog zie je je hand. Met je rechteroog zie je aan het einde van de rol papier een cirkel. Je hersenen combineren die twee dingen, waardoor het net lijkt alsof er een rond gat in je hand zit.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Tekstslide
Dichtbij en ver weg zien
Als de lens bol is, zie je voorwerpen dichtbij scherp.
Als de lens plat is, zie je voorwerpen in de verte scherp.
Als je de lens niet goed plat of bol kunt maken, zie je niet scherp. Je kunt dan een bril of contactlenzen gebruiken.
Slide 26 - Tekstslide
Iris en pupil
Fel licht kan je netvlies beschadigen. De iris beschermt je oog. Als er veel licht op je oog valt wordt de iris breder, hierdoor wordt de pupil kleiner en komt er minder licht binnen. Bij weinig licht wordt de iris kleiner en de pupil groter waardoor je beter ziet.