Herhaling BS 1 t/m 4
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Primaire geslachtskenmerk
Secundaire geslachtskenmerk
Penis
Schaamhaar
Vagina
Balzak
Borsten
Schaamlippen
Bredere heupen
Slide 2 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is in de afbeelding een voorbeeld van een primair of van een secundair geslachtskenmerk te zien?
A
primair geslachtskenmerk
B
secundair geslachtskenmerk
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Primair geslachtskenmerk bij een jongen is:
A
balzak en penis
B
borsthaar en baardgroei
C
schaamlippen en vagina
D
gespierde lichaamsbouw
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Rondere lichaamsvorm en borsten
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
nr 6 = ?
A
Bijbal
B
Eikel
C
Prostaat
D
Teelbal
Slide 6 - Quizvraag
Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Dit deel van het mannelijk geslachtsorgaan slaat de spermacellen tijdelijk op
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Zaadblaasjes
D
Zwellichamen
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een balzak is een huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. De temperatuur is ....................dan in de buikholte. Dit is gunstig voor de ontwikkeling van spermacellen.
A
hoger
B
lager
C
zelfde
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
In de penis
B
In de prostaat
C
In de teelballen
D
In de zaadblaasjes
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sperma bestaat uit:
A
zaadcellen
B
zaadcellen en een beetje urine
C
zaadcellen en vocht
D
zaadcellen en slijm
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een erectie ontstaat doordat
A
Zaadcellen zich verzamelen in de urinebuis
B
Bloed zich verzamelt in de zwellichamen
C
Zaadcellen zich verzamelen in de zwellichamen
D
Bloed zich verzamelt in de urinebuis
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk deel van het voortplantingsstelsel voegt vocht en voedingsstoffen toe aan het sperma?
A
De bijballen
B
De prostaat
C
De zaadblaasjes
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Dit deel van het vrouwelijk geslachtsorgaan is vergelijkbaar met de eikel van de man
A
Vagina
B
Binnenste schaamlippen
C
Buitenste schaamlippen
D
Clitoris
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het maagdenvlies is een echt vlies en sluit de vagina helemaal af
A
Juist
B
Onjuist
C
niet bij iedereen
D
dat kun je niet weten
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de ovulatie
A
Menstruatie
B
Ongesteldheid
C
Eisprong
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
1. Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja, tijdens de menstruatie
B
nee, na de menstruatie
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke functie heeft het baarmoederslijmvlies ?
A
Zorgt ervoor dat een meisje ongesteld wordt
B
Heeft geen functie
C
Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel kan innestelen
D
Zorgt ervoor dat de hypofyse geslachtshormonen gaat afgeven
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In welk onderdeel van het geslachtsorgaan
worden de eicellen rijp?
worden de eicellen rijp?
A
de baarmoeder
B
de eileider
C
de vagina
D
de eierstok
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe noem je dag 12 t/m 15 van de menstruatie cyclus?
A
menstruatie
B
ovulatie
C
bevruchting
D
vruchtbare periode
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Van welke geslachtscellen worden er het meeste gevormd?
A
Zaadcellen
B
Eicellen
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke geslachtscellen zijn het grootst?
A
Zaadcellen
B
Eicellen
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
