Les 2 - Capitulo 3 Derde klas

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoy es martes, 3 de diciembre

Slide 3 - Tekstslide

Las reglas:
Respeto:

Als iemand praat is de rest stil
Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen
We maken elkaar niet belachelijk

Slide 4 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?

Los adjetivos
De werkwoorden van O naar UE


Slide 5 - Tekstslide

¿Cuál es la meta de hoy? 

Aan het einde van de les:
  • ik ken de adjetivos
  • ik weet welke werkwoorden van 0 naar ue veranderen bij het vervoegen

Slide 6 - Tekstslide

Korte pauze
Gramática

Slide 7 - Tekstslide

Los adjetivos
1. Mi madre vive en una (roze) __________ casa ____________.
2. Mi instituto queda en una (grote) __________  ciudad __________ .
3. Esta semana tenemos (veel) __________  examenes __________ .
4. La historia es una (saai) __________ asignatura__________.
5. La biblioteca queda en un (modern) __________  edificio __________ .
6. Mi hermana tiene el (blond) __________  pelo __________ .

Slide 8 - Tekstslide

Korte pauze
Gramática
1. Poder
2. jugar
3. dormir
4. contar
5. volver

Slide 9 - Tekstslide

Van O of U naar UE
1. Mi madre (jugar) ________________ con mi hermanito.
2. Mi instituto (volver) ________________ a abrir sus puertas.
3. Ana y yo (contar) ________________ un chiste.
4. Juan y Diego (dormir) ________________ en el sofá.
5. Tú (poder) ________________ hablar italiano.
6. Mi hermana (jugar) ______________ en la selección holandesa.

Slide 10 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? WB blz. 97 en 98, opdr. 12 en 13
Hoe? Individueel in stilte
Hulp: Je tekstboek blz. 30, bron D
Tijd: 20 minutos
Uitkomst: Ik weet hoe en waar de bijvoeglijk naamwoord in het Spaans moet zijn.
Klaar:  WB blz. 104 opdr. 21

Slide 11 - Tekstslide

Los deberes

Leer de werkwoorden die van o naar ue veranderen
Leer hoe je ze moet vervoegen
WB blz. 99 opdr. 14
WB. blz. 104, opdr. 21

Slide 12 - Tekstslide

¿Cuál es la meta de hoy? 

Aan het einde van de les:
  • ik ken de adjetivos
  • ik weet welke werkwoorden van 0 naar ue veranderen bij het vervoegen

Slide 13 - Tekstslide

¿Preguntas?

Slide 14 - Tekstslide

Sleep het juiste antwoord bij de juiste zin:                 
   Kies uit:


1. __________ libro es rojo.
2. Ella juega con __________ amigos en el parque.
3. __________ película nos gusto mucho.
4. __________ montañas están cubiertas de nieve.

el
la
los
las

Slide 15 - Sleepvraag

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
1.Veo __________ mariposa en el jardín.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
2. Compré __________ manzanas en el supermercado.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 17 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
3. Necesito __________ bolígrafo para tomar apuntes.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 18 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
4. Quiero comprar __________ zapatos nuevos.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 19 - Quizvraag

Quizlet
https://ap.lc/wzBbJ

Slide 20 - Tekstslide