Grammar: Meervoud
1 / 29
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een meervoud in het Nederlands
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Write the plural
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat komt na S - klank?
A
S erbij
B
ES erbij
C
X erbij
D
blijft hetzelfde
Slide 10 - Quizvraag
Write the plural
Slide 11 - Open vraag
Wat komt er na medeklinker + Y?
A
S erbij
B
ES erbij
C
Y wordt - IES
D
blijft hetzelfde
Slide 12 - Quizvraag
write the plural
Slide 13 - Open vraag
Wat komt na F?
A
S erbij
B
ES erbij
C
F verdubbeld
D
F wordt V
Slide 14 - Quizvraag
write the plural
Slide 15 - Open vraag
Wat komt na Y als er een klinker voor de Y staat?
A
S erbij
B
ES erbij
C
Y verdubbeld
D
Y wordt -IES
Slide 16 - Quizvraag
Write the plural
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Write the plural
Slide 19 - Open vraag
plural: one jacket - two ....
Slide 20 - Open vraag
plural: one book - two ...
Slide 21 - Open vraag
plural: one child - two ...
Slide 22 - Open vraag
Plural: one hobby - two ...
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Link
Slide 25 - Link
Slide 26 - Link
Slide 27 - Link
Slide 28 - Link
Ik kan nu de juiste vorm van meervoud gebruiken.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
misschien
