Begrijpend lezen - parachutespringen vervolg

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7,8

Aan het einde van de les:

- kan ik informatie opzoeken in de tekst

- kan ik een mindmap over de tekst maken

(samenvatting maken)

- weet ik of mijn voorspelling is uitgekomen

Tip: als een met een telefoon deze les gaat doen, houdt de telefoon dan horizontaal. 

Ik heb aan het einde van de les ... antwoorden goed

06

Even opfrissen

Maak een mindmap van de tekst van vorige week.

We kijken eerst samen naar een uitlegfilmpje. 

Even opfrissen

Maak een mindmap van deze tekst.

Bedenk een titel voor de tekst en schrijf deze in het midden van je mindmap. 

Verwijzingen

Maak met het verwijswoord een vraag. Hier kun je vragen: wie of wat zorgt ervoor, dat de valsnelheid afneemt en... ? Lees ook de zinnen eromheen weer goed!

Lees: Die zorgt... t/m ... prachtige panorama. (r. 12-13)

Wie of wat wordt bedoeld met die?

A. de jumpmaster

B. de hoogte

C. de deur van het vliegtuig

D. een grote parachute

Wie of wat wordt bedoeld met die?

1. de jumpmaster
2. de hoogte
3. de deur van het vliegtuig
4. een grote parachute

Titel

Wat zou een goede titel voor deze tekst zijn?

A. Een onvergetelijke ervaring

B. Geen theoriekennis nodig!

C. Bijna achttien jaar?

D. De jumpmaster

Wat zou een goede titel voor deze tekst zijn?

1. Een onvergetelijke ervaring
2. Geen theoriekennis nodig!
3. Bijna achttien jaar?
4. De jumpmaster

Alinea's

In welke alinea wordt uitgelegd aan welke voorwaarden je moet voldoen, om een

tandemsprong te mogen maken?

A. alinea 1

B. alinea 2

C. alinea 5

D. alinea 6

In welke alinea wordt uitgelegd aan welke voorwaarden je moet voldoen, om een
tandemsprong te mogen maken?

1. alinea 1
2. alinea 2
3. alinea 5
4. alinea 6

Kopjes

Boven welke alinea zou je het kopje Toeschouwers kunnen plaatsen?

A. alinea 4

B. alinea 5

C. alinea 6

D. alinea 7

Boven welke alinea zou je het kopje Toeschouwers kunnen plaatsen?

1. alinea 4
2. alinea 5
3. alinea 6
4. alinea 7

Signaalwoorden

Volgens welke structuur zijn de alinea’s 2 t/m 4 opgebouwd?

A. middel-doel

B. tijdsvolgorde

C. probleem-oplossing

D. tegenstelling

Volgens welke structuur zijn de alinea’s 2 t/m 4 opgebouwd?

1. middel-doel
2. tijdsvolgorde
3. probleem-oplossing
4. tegenstelling

Schematiseren

Welk schema past bij de tekst?

A. schema I

B. schema II

C. schema III

D. schema IV

Welk schema past bij de tekst?

1. schema I
2. schema II
3. schema III
4. schema IV

Tot slot:
Wat heb je onthouden van deze les/
wat is je bijgebleven?

Mijn voorspelling is uitgekomen:

😒🙁😐🙂😃